Leiding Jeugdparlement vermoedt boycot vanuit regering van haar organisatie

(Bron foto: Jason Leysner/de Ware Tijd)

NJP vermoedt dat achterstand uitbetaling als troef wordt gebruikt om haar de mond te snoeren


Het Nationaal Jeugdparlement (NJP) houdt er ernstig rekening mee, dat haar houding met betrekking tot de verkiezingen voor jeugdambassadeurs haar duur zal komen te staan. Dat bleek gisteren op een persconferentie van de leiding van het Jeugdparlement bestaande uit voorzitter Kelvin Koniki, ondervoorzitter Dinesh Parag en plaatsvervangend ondervoorzitster Zenani van Throo, aldus de Ware Tijd vandaag, dinsdag 11 september 2018. 

'We hebben de feiten niet, maar het is denkbaar', zegt Koniki. De jeugdparlementariërs hebben al enkele maanden geen financiële vergoeding ontvangen van het ministerie. Hoewel het niet de eerste keer is dat er een achterstand is ontstaan in de uitbetaling, wordt er rekening mee gehouden dat dit nu als troef wordt gebruikt om haar de mond te snoeren.

'We zijn geen vreemden in Jeruzalem en er zijn meer zaken die nu spelen, symptomen die erop wijzen dat de boycot reeds is gestart', beweerde de NJP-voorzitter.

De leiding belegde een persbijeenkomst naar aanleiding van opmerkingen van minister Lalinie Gopal van Jeugd- en Sportzaken, over het nog steeds uitblijven van de verkiezingen. De bewindsvrouwe constateerde vorige week, dat het belang van de jeugdambassadeursverkiezingen voor Suriname onvoldoende is doorgedrongen bij het jeugdparlement. Dit orgaan is namelijk verantwoordelijk voor het uitschrijven van de vergadering, waarin deze verkiezingen moeten worden gehouden. Het jeugdparlement blijft echter in gebreke volgens haar.

De jeugdvertegenwoordigers hebben met verschillende voorbeelden getracht duidelijk te maken, dat zij slechts de integriteit willen waarborgen en dat het juist de minister is die de confrontatie lijkt te willen aangaan. 'Wij hebben geen ruzie met de minister', aldus Koniki. De leiding zegt te hebben vernomen dat er een mogelijkheid bestaat om de jeugdambassadeurs aan te wijzen, nadat de president de minister daartoe heeft gemandateerd. De verkiezingen zijn dan niet meer nodig. Ze hopen echter niet dat het zover komt en mocht het wel zover komen, dan hopen de jeugdvertegenwoordigers door het staatshoofd ontvangen te worden, wat overigens sedert de installatie van het NJP nog niet is gebeurd.

De leiding wil weer om de tafel gaan met de minister, om spoedig een datum te bepalen voor de verkiezingen. Ze zal deze week een brief richten aan de bewindsvrouwe.