Aandeelhouder Hushang Ansary geeft niet vrijwillig
de gelden in Amerika vrij
De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, CBCS, heeft in verband met de noodregeling die van
toepassing is op verzekeraar Ennia een zogeheten Chapter 15-verzoek gedaan bij het faillissementsgerecht in New York.
Dit is niet omdat wordt aangekoerst op faillissement, maar
is nodig omdat aandeelhouder Hushang Ansary niet vrijwillig
de gelden in Amerika - die aan Ennia en haar polishouders
toebehoren - vrijgeeft.
'Het doel van dit verzoek is om
daarmee tegoeden van Ennia in de VS zeker te stellen',
meldt Ennia aan relaties, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 27 september 2018.
Het betreft een zwaar middel, geeft de CBCS-top toe.
Echter, bijna drie maanden nadat de noodregeling werd
uitgesproken is het naar het oordeel van de Centrale Bank
blijkbaar de enige weg om medewerking van de eigenaar af
te dwingen.
De Chapter 15-procedure- hoofdstuk 15 van de Amerikaanse faillissementswet - is dus nadrukkelijk
niet gericht om het bankroet van Ennia en bijbehorende entiteiten te bewerkstelligen. 'Juist niet', stelt
financieel-economisch directeur José Jardim van de Centrale Bank, die aangeeft alles te doen primair
in het belang van de verzekerden, waaronder mensen die soms al jarenlang werken en sparen voor een
pensioen bij Ennia.
Het doel van de in New York aangespannen procedure is om erkenning te krijgen voor de eerder,
begin juli, door het gerecht op Curaçao van toepassing verklaarde noodregeling. Deze noodregeling
heeft lokale werking, maar niet op Amerikaans grondgebied waar deze vorm van ingrijpen door de
toezichthouder onbekend is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten