(Bron: Dagblad Suriname) |
Industrialisatie is het proces van conversie van grondstoffen tot eindproducten met een hogere toegevoegde waarde. Dit proces schept hoogwaardige werkgelegenheid. Het leidt tot meer welvaart en een hoger nationaal inkomen. De meeste ontwikkelingslanden zijn via exportgeleide industrialisatie opgeklommen tot ontwikkelde landen. Industrialisatie is kapitaal, technologie, kennis en energie-intensief. Een land zonder industrie blijft, volgens ingenieur Richard Kalloe donderdag 12 juli 2018 in het Dagblad Suriname, een primitief achterlijk land.
'Wij moeten onze energie en energiebronnen gebruiken voor de industriële ontwikkeling van ons land. Alleen industrialisatie kan ons leiden naar een hoger welvaartsniveau. Kijk naar het beleid van ex-premier Basdeo Panday in Trinidad. Kijk wat men in Botswana, Barbados, Mauritius en in andere kleine landen doet om een hogere levensstandaard dan de onze te realiseren. Singapore was een verlaten rubber- en oliepalmplantage, het is opgebouwd tot wat het nu is, de best presterende natie op aarde. De enige bron van welvaart: onze intellectuele prestatiecapaciteit', aldus Kalloe.
Om dit te kunnen realiseren zou Suriname volgens Kalloe moeten wachten tot de regering in staat is om de goede oplossing in algemeen belang tot stand te brengen. Zo niet, wachten tot er een regering komt die het energievraagstuk iets serieuzer aanpakt.
De energiemix van Suriname is afkomstig van hydro- en thermische opwekking. De energievoorziening Paramaribo (Epar) voorziet de districten Paramaribo, Wanica, Para, Commewijne en Saramacca van elektrische energie. De NV Energiebedrijven Suriname (EBS) is tot nog toe verantwoordelijk voor de distributie en verkoop van elektrische energie voor huishoudens en bedrijven. Het EBS-netwerk bestaat uit meer dan 6.000 kilometer lijnen en kabels en 6.400 transformatoren, die gebruikt worden voor het verlagen van de spanningen. De EBS voorziet meer dan 130.000 klanten van elektriciteit, in stedelijke gebieden van het land en enkele ver afgelegen districten. De vraag naar elektriciteit in 2005 was 965 GWh en was voornamelijk geconcentreerd in de hoofdstad Paramaribo en omgeving waar 70% van de huishoudelijke, commerciële en industriële aansluitingen van de EBS voorkomen. Totale energieconsumptie in Suriname is nu gemiddeld 1.550 GWh per jaar.
De vraag naar energie blijkt volgens een prognose van het Planbureau (Ontwikkelingsplan 2017-2021) tegen het jaar 2030 te zullen groeien naar ruim 5000 GWh. Vooralsnog is er voor dat jaar een tekort geprojecteerd van ruim 50-60%.
De Surinaamse staat koopt momenteel contractueel jaarlijks 700,8 GWh van de waterkrachtcentrale van Brokopondo en deze energie wordt op basis van een stroomleveringsovereenkomst doorverkocht aan de EBS. Deze waterkrachtcentrale is eigendom van de Suriname Aluminium Company (Suralco). De subsidie naar de EBS werd in april 2016 volgens het ministerie van Financiën uitgerekend op circa Srd 50-66 miljoen per maand. Dit is subsidie van ruim Srd 750-800 miljoen voor betalingen aan Suralco en Staatsolie voor energieleveringen aan de EBS.
De transitie naar hernieuwbare energie voor duurzame ontwikkeling is ook een belangrijk doel dat door zowel de regering als de EBS is gesteld. De totaal geïnstalleerde capaciteit van de EBS is 543.8 MW. Hiervan wordt 62% met fossiele brandstof opgewekt, 37% door Suralco (Hydro) en 1% door zonne-energie. De uitdaging voor de EBS ligt erin om 62% van de met brandstof opgewekte energie te vervangen met hernieuwbare energie. Een andere uitdaging voor het bedrijf is echter de efficiëntie van haar operatie. Er werd in het jaar 2017 een doorlichting van de EBS opgestart. De resultaten wezen uit dat de EBS op jaarbasis ruim Srd 300 miljoen kon besparen. Wat er met de aanbeveling gedaan is, werd nooit besproken door de autoriteiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten