Grote partij chemisch afval in de Vrijheidsmijn begraven, in 2002 ruim 8.000 kubieke meter
Lesley Artist, dorpshoofd van Redi Doti (Para), tevens ex-parlementariër (NDP), volgt de berichten rond de onderhandelingen tussen de overheid en Suralco/Alcoa aandachtig. Hij stelt, dat Paranam zich zorgen maakt over de informatie die hen bereikt rond milieuvraagstukken. Uit de documentatie van Suralco (Bauxonieuws) blijkt, dat het mijnbouwbedrijf in de jaren ’90 van de vorige eeuw, een grote partij chemisch afval in de Vrijheidsmijn heeft begraven. In 2002 lag er ruim 8.000 kubieke meter afval in de Vrijheidsmijn. Ex-Suralco werknemer Parimin Singotiko kenmerkt deze situatie als een ‘tikkende tijdbom’, zo schrijft het Dagblad Suriname dinsdag 24 juli 2018.
Als gewezen deel van het bedrijf uitte hij zijn zorgen, zeker gezien hij de bergingsplek in 1993 zelf heeft mogen bezichtigen. Singotiko gaat zelfs verder door te stellen, dat Suralco afval gehaald van buiten Suriname op Surinaams grondgebied begroef.
Singotiko, 80 jaar, vreest mogelijke effecten van het afval op en langs de Surinamerivier, Pararivier en al de kreken erom heen. 'Dan heb je de vakantieoorden als Berg en Dal, Overbridge, Cola Kreek, White Beach, die tot de ramp in Suriname zullen behoren', meent Singotiko.
'Ik ben geboren en getogen Paraan. Wij volgen de onderhandeling op de voet. Dat is natuurlijk des regering. Er zijn echter omliggende plantages waar men zich enorm bezorgd maakt over de informatie die hun bereikt over eventuele giftige stoffen in de grond. Als dit inderdaad zo is, vind ik het erg', stelt Artist. Hij doet een beroep op de desbetreffende instanties om heel zorgvuldig om te gaan met deze situatie.
'De gezondheid en milieuomstandigheden van de mensen in de omgeving moeten niet worden aangetast. Er moet worden opgeruimd. Ik weet niet wat voor afspraken er zijn gemaakt met de toenmalige koloniale heerser met betrekking tot afvalstoffen. Punt is echter, dat er nu wel mogelijkheden bekeken moeten worden om de zaak op te ruimen', meent het dorpshoofd.
Hij begrijpt dat een beursgenoteerd bedrijf een bepaalde geheimhoudingsplicht in acht moet nemen. 'Echter zou ik als Surinamer niet toestaan dat er giftige stoffen van andere landen hier wordt begraven. De desbetreffende instanties moeten onderzoek uitvoeren. Vroeg of laat kunnen wij er last van hebben. Regering, neem notitie van de informatie en eis ook van de Suralco dat wat zij fout hebben gedaan, wordt rechtge
Lees ook dit Parbode-artikel: http://www.parbode.com/actueel/item/6898-klokkenluider-parmin-singotiko-suralco-afval-is-een-tikkende-tijdbom-parbode-sneak-peek
Uit het Dagblad Suriname van 16 juli:
'In het weekend van 25 oktober 1998 werd door Aannemingsbedrijf Sewdajal,
3900 m3 aan afval vervoerd. De aannemer reed voor de Surinam Aluminium
Company in totaal 600 ritten binnen 48 uren. De potten waarin op Paranam
aluminium werd gesmolten, bestonden voor het grootste deel uit
koolstofplaten, en -blokken. Die werden aan een temperatuur van zo’n 950
graden Celsius blootgesteld en gingen ruim 1500 dagen mee. Die moesten
daarna opnieuw bekleed worden. Als een pot in bedrijf is, wordt er een
geringe hoeveelheid van cyanide in de koolstof gevormd, en in de
bekleding opgenomen. Om te voorkomen dat deze stof buiten door
regenwater wordt uitgespoeld en dus in het milieu terecht komt, werd die
door Suralco droog opgeslagen.
Jaarlijks moest de bekleding van 8 tot 10 potten geheel worden
vernieuwd. Dat betekende dat elk jaar ruim 500 ton afval moest worden
opgeslagen. Tot 1993 was er al ruim 1800 m3 afval geborgen. Het jaar
daarop moest er een soortgelijke landfill worden gemaakt met ongeveer
dezelfde capaciteit. In 2002 lag er ruim 8000 m3 aan afval in de
‘Vrijheidsmijn’. Het afval van de smeltpotten is begraven in een
omsloten kuil in de Vrijheidsmijn te Para. Het ligt in een heuvelachtige
omgeving op een kleibodem. Suralco wilde toen tijd het afval naar
Italië verschepen, maar de overheden van Suriname en Italië hadden daar
geen verschepingsprocedures voor. (...)'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten