zaterdag 4 november 2017

SVJ komt eindelijk met, korte, verklaring inzake kwestie 'Zeven Even'

Journalistenvereniging pleit voor overleg in de kwestie rond het satirische programma


Na kennis te hebben genomen van het voorval waarbij op sommatie van de minister van Openbare Werken, Communicatie en Transport (OWC & T) het programma ‘Zeven Even’ via Rapar Broadcasting Network (RBN) uit de ether is gehaald, wenst de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) de volgende verklaring uit te geven. 

Het bestuur van de SVJ stelt, na intensieve discussie binnen de ingestelde adviesgroep van senior journalisten , dat de minister c.q. de regering niet de bevoegde instantie is om maatregelen te treffen tegen welk medium dan ook wanneer er sprake zou zijn van ‘belediging’. 

Waar de Grondwet enerzijds de garantie geeft op het recht van vrije meningsuiting, behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet (artikel 19 ), wordt anderzijds in artikel 10, de rechtszekerheid gegeven dat in gevallen waar die verantwoordelijkheid wordt overschreden, het aan de onafhankelijke rechtspraak is daarover een oordeel te vellen.

In het schrijven van de minister naar RBN, is op geen enkele wijze, de aan het medium toegeschreven overtreding gedefinieerd. Er is geen ruimte gelaten aan het medium om zelf correcties te plegen. In de brief wordt opgedragen het programma binnen 1x24 uur stop te zetten. Indien dit niet gebeurt, zal de president geadviseerd worden om de vergunning van RBN op te schorten dan wel in te trekken. Hiermee wordt ook de bestaanszekerheid van het bedrijf in gevaar gebracht. 

De SVJ doet derhalve een beroep op de regering c.q. de minister, zelfcorrigerend te handelen en in de toekomst te voorkomen dat zulke constitutionele blunders worden begaan. Voor dit geval pleit de SVJ voor overleg, zoals ook door RBN is gevraagd. Deze kwestie kan opgelost worden door met elkaar om de tafel te zitten. De SVJ is bereid, indien nodig, hiertoe ook een bijdrage te leveren.

Wilfred Leeuwin, 
voorzitter. 

(De SVJ beschikt niet over een contactadres, een e-mailadres, maar wèl over een bankrekeningnummer, gezien de vandaag, zaterdag 4 november 2017, uitgegeven verklaring....)

Rusland (NPS) geeft regering wake-up call inzake transparantie over mijnbouw naar EITI

'Suriname kan in ernstige problemen komen als niet volgens richtlijnen EITI huiswerk wordt gemaakt'
 

NPS-fractieleider Gregory Rusland uit zijn bezorgdheid over de lakse houding van de overheid over de richtlijnen van het Extractive Industries Transparancy Initiative (EITI). Transparantie in de mijnbouw- en olie-industrie is belangrijk hierbij. Rusland wilde tijdens de algemene politieke beschouwingen donderdag in belang van het land geen details prijsgeven, maar zei dat zijn opmerkingen beschouwd moeten worden als een 'wake-up call', schrijft Starnieuws zaterdag 4 november 2017.

Rusland wees net als in juni er op, dat het EITI een standaard is waarmee informatie over de olie-, gas- en mijnindustrie wordt gepubliceerd. Het is een vereiste dat landen en bedrijven informatie verstrekken over de belangrijkste stappen in het beheer van de olie-, gas- en mijnbouwopbrengsten.

Suriname heeft inmiddels voldaan aan de eisen voor de EITI-kandidatuur en heeft diverse ondersteunende documenten ingediend die op 24 mei formeel als kandidaat-land zijn geaccepteerd. Rusland waarschuwde, dat Suriname in zeer ernstige problemen kan komen te verkeren als niet volgens de richtlijnen van het secretariaat van EITI in Oslo, het huiswerk wordt gemaakt.

Dit is voor Suriname een zeer belangrijk initiatief, dat Rusland toejuicht om twee invalshoeken:
1. Als Suriname volgens de gestelde regels en richtlijnen van EITI te werk gaat, het gecategoriseerd kan worden als een land dat transparant informatie verstrekt over het beheer van de olie-, gas- en mijnbouwopbrengsten, met als gevolg een eventuele verbetering van de credit rating.
2. 'Houden wij ons niet aan gestelde regels, dan zullen wij gecategoriseerd worden als 'non-compliance'. En nogmaals ik maak mij ernstig zorgen over de geluiden die mij bereikt hebben. Gezien het nationaal karakter van EITI, wens ik als Srananman en gekozen Assembleelid de regering c.q. de ministers van Financiën en van Natuurlijke Hulpbronnen op te roepen om zich op de correcte wijze op te stellen, omdat de overheid de trekker zal moeten zijn van de activiteiten en dusdanig ook die rol zal moeten vervullen. De overheid zal geen 'vinger' moeten wijzen naar niemand omdat zij de volledige verantwoordelijkheid draagt.'

Het Assembleelid is bereid om deze kwestie verder te bespreken met de betrokken ministers en de vaste commissie van Natuurlijke Hulpbronnen.

Ter informatie: 




SLM huurt vliegtuig Portugese Hi Fly in om SLM-passagiers vanuit Amsterdam te vervoeren

Technisch probleem SLM-toestel zorgt voor enige vertragingen


Een mankement aan het SLM-toestel is er de oorzaak van dat de luchtvaartmaatschappij haar vlucht PY 994 van gisteren moest annuleren. SLM-directeur Robbi Lachmising zegt vandaag, zaterdag 4 november 2017, op Starnieuws dat het defecte onderdeel uit Nederland moest komen. 'En dat is nu met de KLM onderweg naar Suriname.'

Hij heeft niet stilgezeten en heeft een kist bij het Portugese Hi Fly gehuurd om de SLM-passagiers vanuit Amsterdam te vervoeren. Lachmising legt uit dat de passagiers van vandaag en een deel van gisteren (vrijdag) met de SLM-kist zullen worden vervoerd.

'De SLM-vlucht van zondag wordt normaal volgens het schema met onze kist uitgevoerd', deelt hij mee. Het ander deel van de gestrande passagiers van vrijdag wordt met de vlucht van zondag vervoerd. Daarna wordt het normale vluchtschema van de vliegmaatschappij voortgezet.

De SLM-directeur wijst erop, dat het technische probleem buiten de invloedssfeer van de maatschappij ligt.

Discussie in Staten Curaçao over geblindeerde autoruiten met lagere lichtdoorlaatbaarheid

Oppositiepartij MFK wil lichtdoorlaatbaarheid verminderen van 70 naar 35 procent


Oppositiepartij MFK moet eerst meer adviezen inwinnen over het wetsvoorstel dat de partij heeft ingediend voor het toestaan van geblindeerde autoruiten met een lagere lichtdoorlaatbaarheid dan tot nu toe. De meeste Statenleden maken zich zorgen over de gevolgen voor de verkeersveiligheid en de extra kosten van de wetswijziging. Dat bleek gisteren tijdens een vergadering van de centrale commissie van de Staten over de Initiatief Oontwerplandsverordening tot wijziging van de Wegenverkeersverordening Curaçao, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, zaterdag 4 november 2017.

In januari 2016 kwam de PNP-fractie ook al met een voorstel om in de wet vast te leggen dat donkerder ruiten werden toegestaan, onder andere om bestuurder en bijrijder te beschermen tegen fel zonlicht en huidkanker te voorkomen.

MFK heeft opnieuw een voorstel voor een wetswijziging ingediend om de lichtdoorlaatbaarheid te verminderen van 70 naar 35 procent. Niet alleen, omdat dan schadelijke uv-stralen geweerd worden en de temperatuur in de auto daalt, maar vooral vanwege ‘de vrijheid van gebruikers om lichtdoorlaatbaarheid van voorzijruiten te beperken’.

Premier Rhuggenaath, Curaçao, pleit in Costa Rica voor regionale samenwerking op terrein bestrijding drugshandel

Premier woont 1e conferentie van landen die Verdrag van San José hebben ondertekend bij


'Het terugdringen van drugsgebruik en de bestrijding van drugshandel dienen bovenaan de politieke agenda te staan.' Dat zei premier Eugene Rhuggenaath (PAR) gisteren in San José, Costa Rica, tijdens de eerste conferentie van landen die het Verdrag van San José hebben ondertekend, zo bericht vandaag, zaterdag 4 november 2017, het Antilliaans Dagblad.


Het Verdrag van San José, ook wel de ‘American Convention on Human Rights’, is de Amerikaanse tegenhanger van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het verdrag werd aangenomen te San José, Costa Rica, op 22 november 1969.

Drugssmokkel, zo zei premier Rhuggenaath in zijn toespraak, 'vormt sinds enkele jaren een van de grootste bedreigingen van onze vrede en veiligheid. Dit zien wij heel duidelijk in onze regio, waar de productie en het transport van illegale drugs voor hevige problemen zorgt. De criminele organisaties die bij deze handel betrokken zijn, proberen met geweld en intimidatie de controle over hun handelsroutes te houden. Deze groepen ondermijnen het gezag en de wet. Ze zijn verantwoordelijk voor corruptie, het beïnvloeden van verkiezingsuitslagen en ze brengen de economie grote schade toe.'

'Het is niet aan de minister, maar aan de rechter om te oordelen of ‘Zeven Even’ zich schuldig heeft gemaakt aan belediging'

'In het internationale recht is beperken van de journalistieke vrijheid zeer ongepast'


Het is verontrustend, dat minister Jerry Miranda van Openbare Werken, Transport en Communicatie onmiddellijke stopzetting heeft gelast van het satirisch programma ‘Zeven-Even’ dat door Rapar Broadcasting Network (RBN) uitgezonden wordt. Volgens de media, omdat de bewindsman de inhoud van het programma ‘beledigend, buiten proportioneel en gebaseerd op laster, leugens en verdraaiingen van werkelijk gebeurde feiten’ vindt. Ik zal mijn visie op deze vergaande ingreep in de persvrijheid in Suriname niet al te vaktechnisch geven, omdat ik zoveel mogelijk Surinamers die met het land begaan zijn, van argumenten wil voorzien waarmee inhoudelijke onderbouwd wordt waarom zo een maatregel juridisch niet kan en niet in een democratie, en zeker niet in een rechtsstaat, thuishoort. 

Grondwettelijke bescherming 
Alle burgers in Suriname, dus ook de president en ministers, en de overheid zijn onderworpen aan de Grondwet van Suriname, d.w.z. dat allen de Grondwet behoren te gehoorzamen. Teneinde de burgers tegen die machtige overheid te beschermen zijn in die Grondwet enkele bijzondere rechten, de zogenaamde klassieke grondrechten, ook wel bekend als mensenrechten, opgenomen. Die leggen de overheid een negatieve verplichting op. Dit wil zeggen dat de overheid in beginsel zich niet kan mengen in die rechten, de overheid kan burgers die rechten niet ontzeggen. Indien de overheid toch een grondrecht schendt, dan is er sprake van een mensenrechtenschending. Toch biedt de wet de mogelijkheid dat een overheid onder strikte voorwaarden grondrechten mag beperken.

Beperkingsgronden zijn limitatief (dat wil zeggen allemaal) in de Grondwet opgesomd en verder moet de beperking in een aparte wet zijn ‘voorzien’. De vrijheid van meningsuiting, het belangrijkste grondrecht, kan bijvoorbeeld beperkt worden als iemand zich schuldig maakt aan wat juridisch een ‘uitingsdelict’ heet. Denk aan opruiing, belediging, haat zaaien, smaad, laster, etc. Bij deze delicten die in het Wetboek van Strafrecht zijn opgenomen, kan zonder dat er sprake is van een onrechtmatig inmenging door de overheid, de uiting worden bestraft. Artikel 19 van de Surinaamse Grondwet luidt: ‘Eenieder heeft het recht om door de drukpers of andere communicatiemiddelen zijn gedachten of gevoelens te openbaren en zijn mening te uiten, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.’ Deze laatste toevoeging biedt de overheid de mogelijkheid tot inmenging en art. 23 Grondwet somt de beperkingsgronden op.

Disproportionaliteit en subsidiariteit 
De vraag dringt zich op of de programmamaker zich schuldig heeft gemaakt aan een uitingsdelict dat zo’n draconische maatregel rechtvaardigt. Het is echter niet aan de ministe,r maar aan de rechter om te oordelen of er sprake was van een uitingsdelict. Met andere woorden een rechter zal moeten vaststellen of de presentator van ‘Zeven- Even’ zich schuldig heeft gemaakt aan belediging of welk delict dan ook.
Bovendien gelden voor sancties door een overheid genomen, twee belangrijke juridische uitgangspunten namelijk die van proportionaliteit en subsidiariteit, wat wil zeggen dat de opgelegde straf in verhouding moet staan met het begane misdrijf en het beoogde doel met de minst ingrijpende middelen moet worden bereikt. De proportionaliteit en de subsidiariteit zijn hier zoek en m.i. biedt de Surinaamse Grondwet geen grondslag die het optreden van de minister in deze rechtvaardigt.

Verdragsrechtelijke bescherming 
Ook verdragsrechtelijk zit de minister verkeerd. Suriname is namelijk sedert 23 maart 1977 partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten (IVBPR of BUPO). Suriname heeft bij mijn weten geen enkel voorbehoud gemaakt ten aanzien van dit Verdrag, wat wil zeggen dat Suriname hieraan gebonden is. De vrijheid van meningsuiting wordt in artikel 19 lid 2 IVBPR gegarandeerd: ‘Een ieder heeft het recht op vrijheid van meningsuiting; dit recht omvat mede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook te garen, te ontvangen en door te geven, ongeacht grenzen, hetzij mondeling, hetzij in geschreven of gedrukte vorm, in de vorm van kunst, of met behulp van andere media naar zijn keuze.
In artikel 19 lid 3 IVBPR zijn de beperkingsgronden opgenomen:
‘Aan de uitoefening van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde rechten zijn bijzondere plichten en verantwoordelijkheden verbonden. Deze kan derhalve aan bepaalde beperkingen worden gebonden, doch alleen beperkingen die bij de wet worden voorzien en nodig zijn: 
a. in het belang van de rechten of de goede naam van anderen; 
b. in het belang van de nationale veiligheid of ter bescherming van de openbare orde, de volksgezondheid of de goede zeden.’

De internationale jurisprudentie die betrekking heeft op de mensenrechtenverdragen laat een trend naar uniformiteit zien. Rechters toetsen de inmenging in een grondrecht aan strenge criteria waarvan de belangrijkste wel de noodzakelijkheidstoets is: de beperking van het grondrecht moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving. Op grond van de vele jurisprudentie kan ik met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid stellen, dat deze inmenging van de minister in de vrijheid van meningsuiting de noodzakelijkheidstoets nooit zal doorstaan omdat de democratische samenleving in Suriname voldoende weerstand kan bieden tegen ‘Zeven-Even’. Daarom biedt ook het IVBPR de minister geen grondslag om de inmenging in te rechtvaardigen.

Public watchdog 
Wat de minister duidelijk over het hoofd ziet, is dat in het internationale recht het beperken van de journalistieke vrijheid zeer ongepast is. De journalistiek geniet wereldwijd een bijzondere bescherming. Journalisten vervullen namelijk in een democratische samenleving de functie van publieke waakhond die de samenleving moet waarschuwen tegen ongeregeldheden en machtsmisbruik. De internationale rechtspraak heeft deze waakhondfunctie van de pers met waarborgen omkleed door journalisten extra privileges en bescherming toe te kennen zoals duidelijk blijkt uit onderstaande overweging uit het arrest van de Engelse kranten Observer en Guardian vs The UK:

'Freedom of expression, as enshrined in Article 10 (art. 10), is subject to a number of exceptions which, however, must be narrowly interpreted and the necessity for any restrictions must be convincingly established. These principles are of particular importance as far as the press is concerned. (…) to impart information and ideas on matters of public interest. Not only does the press have the task of imparting such information and ideas: the public also has a right to receive them. Were it otherwise, the press would be unable to play its vital role of "public watchdog".'

Het lijkt mij daarom evident dat internationale rechtspraak inzake vrijheid van meningsuiting, de minister verbiedt zich te mengen in de artistieke vrijheid van het programma.

Inbreuk artistieke vrijheid 
Er is nog een argument waarom de minister met zijn ingrijp de plank volledig mis slaat. Naar ik begrepen heb betreft ‘Zeven-Even’ een satirisch programma en satire valt onder, wat juridisch zo mooi heet, de ‘kunstexceptie’. Het komt erop neer dat kunstenaars zoals komieken, filmers, schilders, beeldhouwers etc. extra bescherming genieten: zij mogen met hun kunstuitingen veel verder gaan dan de gewone burgers in het kwetsen, schofferen en verstoren. Het is daarom niet voor de hand liggend dat een Surinaamse rechter tegen de gangbare internationale jurisprudentie in, tot de conclusie zal komen dat een satirisch programma zich schuldig heeft gemaakt aan belediging.

Samengevat betoog ik dat het programma ‘Zeven-Even’ en de presentator onder bescherming vallen van
1) de Surinaamse Grondwet,
2) het IVBPR en
3) de kunstexceptie en
4) dat journalisten vanwege hun functie als ‘public watchdog’ een extra bescherming genieten.

De minister heeft geen juridische gronden die zijn ingrijpen in ‘Zeven-Even’ rechtvaardigen. Ik ben er daarom van overtuigd dat de minister bij nader inzien op zijn besluit zal terugkomen, omdat hij het verwijt van censuur niet aan zich zal willen doen kleven, want daar is wel degelijk sprake van indien een satirisch programma vanwege de inhoud wordt verboden.

Glenn Weisz, LL.M

'Economische crisis biedt regering haast geen ruimte om duurzame stappen te zetten'

Raymond Sapoen: 'Hoe staan wij er financieel voor?'

Sapoen krijgt bij algemene beschouwingen spreektijd van NDP-fractie


Assembleelid Raymond Sapoen heeft donderdag tijdens de algemene politieke beschouwingen kritische vragen gesteld over de financiële situatie van het land, aldus vandaag, zaterdag 4 november 2017, Starnieuws. Welke garantie geeft de regering dat de talrijke beleidsacties die geprojecteerd zijn voor 2018, ook daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd, wilde Sapoen weten. Hij had spreektijd gekregen van de NDP. Sapoen behoort formeel, samen met Diepakkoemar Chitan, tot de fractie van de Pertjajah Luhur. Deze twee Assembleeleden zijn deel van de coalitie. 

De economische crisis die haar sporen nog achterlaat, biedt de regering haast geen ruimte om duurzame stappen te zetten, omdat zij haar handen vol heeft met brandjes blussen en chronisch wordt geplaagd door betalingsachterstanden, stelde Sapoen.

'Aan de andere kant moeten wij waardering uitbrengen aan het adres van dezelfde regering in haar inspanningen om de sociaaleconomische schade een halt toe te roepen en zo beperkt mogelijk te houden. En dan denk ik aan de talrijke koopkrachtversterkende maatregelen aan grote delen van de werkende massa, de moeizame heropbouw van onze monetaire reserves, een stabiele wisselkoers, het intomen van het overheidstekort middels scherpe bezuinigingen op de aanschaf van goederen en diensten', stelde het Assembleelid.

De realiteit wijst uit, dat vele ministeries op dit moment ondanks hun goedgekeurde begroting gewoon lonen en salarissen uitbetalen en hun beleid niet op een fatsoenlijke manier kunnen uitdragen. 'Bijna zou ik voorstellen dat je enkele ministeries gewoon kun sluiten voor onbepaalde tijd, maar ik denk niet dat we die richting op willen. De realiteit wijst uit dat talrijke dienstverleners maandenlang wachten op hun geld voor geleverde prestaties en de achterstallige subsidies aan parastatalen die in de honderden miljoenen lopen zijn ons ook bekend. Dus de primaire vraag bij de beoordeling van de komende begroting aan de regering is: hoe staan wij er financieel voor?', benadrukte Sapoen.

De politicus merkte op, dat er voldoende aanleiding is om de houdbaarheid van de begroting 2018 in twijfel te trekken.

'Wanneer wij immers afgaan op de boeken van het Planbureau over het dienstjaar 2016 is er 36% aan beleid gerealiseerd en over het halfjaar van 2017 pas 6,93%. Wat mogen we nog verwachten in de laatste twee maanden, voorzitter? Niet veel of helemaal niets. En nu kijken we aan tegen een raming in 2018 van Srd 5.6 miljard en de vraag is natuurlijk: wat zal de realisatiegraad zijn? Welke garantie geeft de regering dat de uitgetrokken middelen beschikbaar zullen zijn voor beleid? Is het een financieringsvraagstuk, is het een kwestie van prioriteitenstelling, of is het vanwege de zeer zwakke uitvoeringscapaciteit van de overheid? Deze discussie voeren wij ettelijke malen hier in uw college, voorzitter. Laten wij open kaart spelen en ons buigen over welke inkomstenverhogende maatregelen wij dringend moeten treffen, want daar wringt de schoen, voorzitter. We blijven bezuinigen maar onze inkomsten moeten dringend omhoog. En laat het duidelijk zijn, elke regering zal hiermee geconfronteerd worden, ook de regering na 2020! Graag verneem ik van de regering welke maatregelen nu concreet in voorbereiding zijn.'

President Desi Bouterse geeft dinsdag antwoord aan De Nationale Assemblee.

Venezuela lanceert nieuw bankbiljet van 100.000 bolivar

President Maduro: 'Nieuwe bankbiljet van 100.000 bolivar moet de geldhoeveelheid stabiliseren'


Venezuela heeft een nieuwe stap gezet in de richting van hyperinflatie, want deze week onthulde president Maduro een gloednieuw bankbiljet met een nog hogere waarde van 100.000 bolivar. Het nieuw biljet, dat omgerekend slechts twee euro waard is, moet het voor de lokale bevolking makkelijker maken om betalingen te doen, aldus marketupdate.nl vrijdag 3 november 2017.

Vorig jaar werd er al een compleet nieuwe reeks met bankbiljetten uitgebracht, maar die zijn inmiddels ook al zo goed als waardeloos geworden. Het kleinste biljet van 500 bolivar is ongeveer een eurocent waard, terwijl je met het tot voor kort grootste biljet van 20.000 bolivar amper veertig eurocent aan koopkracht in handen hebt. Dat betekent dat mensen in Venezuela met stapels bankbiljetten de straat op moeten om boodschappen te doen.

Alle spaartegoeden die nog niet waren omgezet in buitenlandse valuta of in tastbare zaken als goud en zilver zijn in een paar jaar tijd waardeloos geworden als gevolg van deze hyperinflatie.

Venezuela is door een combinatie van factoren in een hyperinflatie terechtgekomen. De regering heeft de laatste jaren te weinig gedaan om de economie minder afhankelijk te maken van olie, waardoor de daling van de olieprijs in 2014 fataal werd. Het land had grote tekorten op de handelsbalans en zag haar valutareserves snel slinken, waardoor het land min of meer werd gedwongen geld bij te drukken.


Volgens de Venezolaanse president Nicolas Maduro moet het nieuwe bankbiljet van 100.000 bolivar de geldhoeveelheid stabiliseren, maar in de praktijk zal het bijdrukken van grotere biljetten het vertrouwen in de waardevastheid van de munt waarschijnlijk geen goed doen. Door nog grotere biljetten te drukken stijgt de totale hoeveelheid geld in omloop, terwijl de effectieve koopkracht van de totaal beschikbare geldhoeveelheid juist daalt.

Het kenmerkende aan hyperinflatie is een tekort aan geld in omloop, waardoor er steeds meer van bijgedrukt moet worden. Maar, in dat proces daalt de waarde van iedere munteenheid sneller dan dat het aantal kan toenemen.


(Suriname Mirror/MarketUpdate/Twitter/YouTube)

Venezuela ziet op 13 november zijn buitenlandse schuldeisers

President Maduro hoopt op kwijtschelding deel schulden

Eind van dit jaar moet voor 1,6 miljard dollar schulden worden afgelost, en nog eens 9 miljard in 2018


Venezuela ziet op 13 november zijn buitenlandse schuldeisers, bevestigde vice-president Tareck El Aissama gisteren, vrijdag 3 november 2017. Het land, waar een zware politieke en economische crisis woedt en zeker 120 mensen omkwamen bij straatprotesten, wil een deel van zijn staatsschulden laten herschikken, kondigde president Nicolas Maduro eerder aan.


De vergadering met zijn buitenlandse schuldeisers zal plaatsvinden in de Venezolaanse hoofdstad Caracas. De bedoeling is om een deel van de schulden te laten kwijtschelden.

Venezuela, dat nochtans over grote oliereserves beschikt, lijdt onder een hyperinflatie en zware tekorten op de handelsbalans. Ook de financiële sancties van de VS wegen zwaar.


Tegen het einde van het jaar moet voor 1,6 miljard dollar schulden worden afgelost, en nog eens 9 miljard in 2018.

De vraag blijft hoe de onderhandelingen met de schuldeisers zullen verlopen. Als Venezuela unilateraal de betalingen stopt, dreigt één van de grootste faillissementen van Latijns-Amerika sinds die van Argentinië in 2001.

De mogelijke schuldherschikking valt niet in goede aarde op de financiële markten. Zowel kredietbeoordelaars Standard and Poor's als Fitch hebben gisteren aangekondigd dat ze de rating van Venezuela verlagen.

(Suriname Mirror/De Morgen/Belga/Twitter/YouTube)

Colombia en VN tekenen overeenkomst om de productie van cocaïne aan te pakken

Cocaboeren worden gecompenseerd als ze een minder schadelijk product verbouwen

De Colombiaanse minister van werkgelegenheid Rafael Pardo Rueda (links) en UNODC-baas na het tekenen van de overeenkomst. (Bron foto: AFP)


Colombia en de Verenigde Naties hebben een overeenkomst getekend om de productie van cocaïne aan te pakken. Colombiaanse cocaboeren worden gecompenseerd als ze voortaan een ander, minder schadelijk, product verbouwen. Met de deal is omgerekend zo’n 270 miljoen euro gemoeid.

Yury Fedotov, de baas van de VN-organisatie voor drugs en misdaad (UNODC) sprak van 'een unieke kans om het tij te keren' in Colombia. 'Het streven naar vrede heeft tastbare oplossingen nodig voor de misdaden die conflicten voeden.'

Boeren ontvangen voor iedere hectare cocaplanten zo’n 270 euro per maand. Met de deal is omgerekend in totaal zo'n 270 miljoen euro gemoeid.


Met de overeenkomst worden ze gecompenseerd als ze overgaan op de productie van koffie of cacao. Colombia voert een lange strijd tegen cocaïne.

Volgens de Colombiaanse regering verhinderen gewapende groeperingen een grondige aanpak van de cocateelt. Het aantal cocaplantages is de laatste jaren in het land gegroeid. De totale omvang van het gebied groeide met 50 procent per jaar, stelt de VN.

Toch wordt er de afgelopen tijd ook meer melding gemaakt van fruitteelt. Telers teelden onder druk van de revolutionaire beweging FARC vaak coca, maar kiezen nu voor bananen en in toenemende mate voor avocado's. Er wordt daarnaast ook steeds meer smokkelwaar onderschept.

De fruitteelt zorgt wel voor nieuwe problemen, waarschuwden branche-organisaties dit jaar. 'We verwachten dat avocado's in de toekomst ook gebruikt zullen worden voor de smokkel.'

(Suriname Mirror/AD/De Telegraaf/BBC/YouTube/Straits Times)

SLM annuleert vlucht PY 994 naar Schiphol

Technische storing houdt vliegtuig aan de grond

SLM laat passagiers paar uur tevergeefs wachten


SLM-vlucht PY 994 naar Amsterdam is vannacht geannuleerd. Passagiers die gisteravond vanaf acht uur op de luchthaven waren, kregen eerst te horen dat de vlucht was vertraagd door een technische storing. Vervolgens werd om half twee vanochtend, zaterdag 4 november 2017 besloten de vlucht niet meer uit te voeren. 

Het toestel zou gisteravond om 22.20 uur vertrekken. Daarna was de verwachte vertrektijd 23.20 uur. Uiteindelijk is besloten de vlucht te annuleren.

Passagiers kregen te horen dat ze terug moesten naar huis of hotel. De SLM heeft mensen die geen huisvesting hebben opgevangen. De luchtvaartmaatschappij zal de passagiers melden wanneer de vlucht zal worden uitgevoerd.

Om vijf uur vanmorgen had de SLM via haar publiciteitskanalen nog niets bericht over het niet doorgaan van vlucht PY 994.

(Suriname Mirror/Starnieuws)

'Minister Miranda leeft in een waan dat hij een godheid hier op aarde is'

Belfort (ABOP): 'Wat bezielt de minister, wij moeten hem terug brengen op aarde'

- 'Overal waar de president een microfoon vindt, beledigt hij iemand'
- Jogi (VHP): 'Miranda sluit de ogen voor Bakana Tori'


'Minister Miranda leeft in een waan dat hij een godheid hier op aarde is. Onlangs is het dezelfde minister geweest die zonder wetgeving boetes is gaan opleggen aan houttransporteurs. Vandaag vindt hij het leuk om een brief te schrijven om het programma Zeven Even stop te zetten. Wat bezielt de minister? Wij moeten hem terug brengen op aarde', zegt ABOP-Assembleelid Edward Belfort vrijdag 3 november 2017 in het Dagblad Suriname.

Rapar Broadcasting Network (RBN) moet volgens een brief van minister Jerry Miranda van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT en C) stoppen met de uitzending van het satirische ochtendprogramma ‘Zeven Even’. De bewindsman is van mening dat de vergunningsvoorwaarden zijn overtreden.

Belfort voert aan dat de bewindsman macht probeert uit te oefenen door in het schrijven naar het mediabedrijf aan te geven dat hij het programma niet meer zal tolereren.

VHP-parlementariër Mahinder Jogi is het eens met Belfort. Beide parlementariërs vinden het vreemd dat de bewindsman nu pas een probleem met het programma heeft, terwijl hij als gewezen districtscommissaris altijd de optie had zijn stem te laten horen. 'Hij wacht, gaat lobbyen om in het ambt te komen en nu gaat hij die macht misbruiken'' , aldus Belfort.

RBN-directeur Faried Pierkhan zegt in een brief aan de bewindsman dat in het 30-jarig bestaan van het programma tot op heden nooit een klacht is ingediend tegen de programmamaker of RBN. Hij ontkent dat er sprake is geweest van beledigingen en lasterlijke uitspraken in ‘Zeven-Even’, maar is bereid om hierover met de minister van gedachten te wisselen teneinde tot een aanvaardbare oplossing te komen. Het bevreemdt de directeur, dat de minister een vaag omschreven aanmaning stuurt om het programma binnen 24 uren stop te zetten, terwijl op geen enkele manier rekening is gehouden met de belangen van het bedrijf, adverteerders en werknemers.

Belfort vindt vooral dat duidelijk moet worden aangegeven wie de klachten over het programma heeft ingediend.

VHP-parlementariër Asiskumar Gajadien voegt eraan toe, dat hij de brief ziet ‘als een vorm van terrorisme’. Hij vindt dat de bewindsman deze terstond moet intrekken.

Jogi voert aan ,dat de brief van OWT&C een uitstraling is van beleidsmakers hun inborst. 'Het is de laatste tijd opmerkelijk dat er continu pogingen worden ondernomen om mediabedrijven het werk onmogelijk te maken. In de jaren tachtig zijn onder het beheer van toenmalige dictator Desi Bouterse, die nu gekozen president is, radio- en televisiestations kapotgeschoten, vakbondscentra zijn platgebrand en journalisten op beestachtige wijze vermoord. Een jaar terug werd door dezelfde politieke partij van Bouterse ook opgeroepen om Dagblad Suriname plat te branden.'

Volgens de parlementariër is het opvallend, dat de regering geruime tijd bezig is de media zogenaamd dusdanig te ordenen, dat de overheid een dominantere rol kan vervullen. 'Men vergeet dat wij niet meer in de tijd van Adolf Hitler en Benito Mussolini leven', aldus Jogi.

Jogi en Belfort vinden dat zaken niet selectief moeten worden bekeken en in dit geval dan een streep moet worden getrokken door het regeringsgezinde programma 'Bakana Tori'. Cliff Limburg, directeur van het Nationaal Informatie Instituut (NII), geeft elke dag via staatsradio SRS in het programma 'Bakana Tori' op persoonlijke titel een ieder die tegen het bewind van de regering-Bouterse-II is, de wind van voren. 'Mensen van de oppositie en andersdenkenden worden elke dag door het slijk gehaald, hun goede naam en eer worden ten grabbel wordt gegooid, terwijl racistische uitlatingen de boventoon voeren. Dit nota bene op een overheidsstation dat met middelen van de belastingbetaler in stand wordt gehouden. Hier sluit Miranda zijn ogen voor alles', aldus Jogi.

'Overal waar de president een microfoon vindt, beledigt hij iemand. Zelfs in het parlement heeft hij mij een politieke blootvoeter en politieke necrofiel genoemd. Het lid Asiskumar Gajadien heeft hij hier een varken genoemd. Zelfs de rechterlijke macht en de procureur generaal zijn vaak op de korrel genomen, beledigd en bedreigd met de woorden ‘a sani san kafowru abi na eng ede, a dat faya watra o pur’ gi eng’. Dat is een bedreiging!', zegt Belfort.

Het bevreemd de Abop’er dat de OWT&C- bewindsman niet over dit soort zaken praat, maar een onschuldig programma als ‘Zeven Even’ aanvalt. 'De VRTS en de rest van de media moeten bijeen komen en een gezamenlijk standpunt bepalen. Wij moeten het niet hierbij laten, omdat het slechts het begin is. Binnenkort zullen ook andere programma’s uit de lucht gehaald worden, omdat de NDP niet meer wil hebben dat het volk wordt wakker geschud', aldus Belfort.

Nationaal Informatie Instituut: 'De West legt journalistieke principe van wederhoor naast zich neer'

Directrice ministerie van RGB, Leandra Woei, nièt ontheven


'Het is storend als ik verontruste medewerkers, familieleden en vrienden krijg die informeren naar de juistheid van de informatie', zegt de directrice van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbehheer, Leandra Woei tegenover het Nationaal Informatie Instituut, over een onjuist bericht in het avondblad De West van donderdag 2 november 2017. 

Het bericht, onder de kop 'Woei ontheven uit directeursfunctie RGB' (zie onderaan) klopt van geen kanten volgens de directrice.

Woei maakt zich zorgen over het niveau van het blad en vraagt zich af waarom er geen verificatie is geweest door De West. 'Ik heb voor het eerst zoveel onzin in een artikel gelezen', zegt de directrice. Ze benadrukt dat ze een goede werkrelatie heeft met minister Roline Samsoedien.

Samsoedien zegt in een reactie dat ze vanaf haar aantreden een prettige samenwerking heeft met de directrice en geen reden heeft om deze op te zeggen. De minister benadrukt, dat ze geen waarde hecht aan onsmakelijke berichten.

Zes aanhoudingen in zaak cocaïne in kermisattractie uit Curaçao

500 Kilo cocaïne in april 2016 gevonden in kermisattractie uit Curaçao in haven Rotterdam

(Bron foto's: OM)
Verdachten aangehouden in Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam


Het Cargo Harc (Hit and run container) Team Schiphol, een samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Marechaussee, Douane en FIOD, heeft vorige maand zes verdachten aangehouden in een onderzoek naar internationale handel in cocaïne. Het onderzoek staat onder leiding van het Openbaar Ministerie (OM) Noord-Holland. De aangehouden personen zijn vijf mannen en één vrouw in de leeftijd variërend van 35 jaar tot 59 jaar en zijn afkomstig uit Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam. Vier van de aangehouden verdachten zitten nog vast, zo bericht het OM vrijdag 3 november 2017.

Zij worden verdacht van voorbereidingshandelingen gericht op de invoer van cocaïne, handel in en bezit van cocaïne, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. Drie van hen worden daarnaast ook verdacht van het voorhanden hebben van vuurwapens.

De organisatie wordt verdacht van betrokkenheid bij de invoer van 500 kilo cocaïne. Deze partij cocaïne was verstopt in een kermisattractie, te weten in de holle armen van een zogenoemde slingshot, een bal die met elastieken de lucht wordt ingeschoten. Deze partij was per boot vanaf Curaçao naar Nederland verscheept en werd in april 2016 door de Douane in de Rotterdamse haven onderschept. De partij vertegenwoordigde een straatwaarde van 15 miljoen euro.

Tijdens verschillende actiedagen in september en oktober zijn in de regio’s Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam en op Curaçao doorzoekingen verricht op twaalf locaties. Het ging om doorzoekingen in woningen en bedrijfspanden.

Op Curaçao is samengewerkt met het Recherche Samenwerking Team. In totaal werd tijdens deze actiedagen beslag gelegd op 13 kilo cocaïne, cash geld ter waarde van ruim 1,1 miljoen euro en zeven personenauto's. Verder werden zes vuurwapens met munitie aangetroffen.

Bij de doorzoekingen werden Advanced Search Teams van het Ministerie van Defensie ingezet. Deze teams zijn onder andere gespecialiseerd in het zoeken naar verborgen ruimtes. In een woning in Zoetermeer werd in een verborgen ruimte ruim 400.000 euro cash aangetroffen. In een andere woning werden ook grote geldbedragen aangetroffen op diverse ongebruikelijke plaatsen zoals in de meterkast en de schuur.

Het onderzoek wordt voortgezet. De twee verdachten die niet meer vastzitten, gelden nog wel als verdachten in dit onderzoek. Meerdere aanhoudingen worden niet uitgesloten.

Bij doorzoekingen werden grote geldbedragen aangetroffen op ongebruikelijke plaatsen als in de meterkast en de schuur.