‘Hij heeft zelf gevraagd om ontslagen te worden, dan moet de president hem ontslaan'

Politiek-analist Hardeo Ramadhin: 'Er moet geen sprake zijn van medelijden hebben met hem'

'Wanneer de president hem blijft handhaven, gaat zijn gedrag niet veranderen, hij is zo om mensen te beledigen'


Volgens docent en politiek-analist Hardeo Ramadhin moet er geen sprake zijn van een ‘tje-poti’ opstelling bij het ontslag van Onderwijsminister Robert Peneux. ‘Hij heeft zelf gevraagd om ontslagen te worden. Dan moet de president hem ontslaan. Er moet geen sprake zijn van medelijden hebben met hem.’ 

Ramadhin zegt vrijdag 15 december 2017 in het Dagblad Suriname, dat Peneux liever vandaag met ontslag wordt gestuurd dan morgen. ‘Binnen dat anderhalf jaar dat Peneux als minister aanzat, heeft hij tal van wilde uitspraken gedaan en de leerkrachten continu beledigd. Hij was een ramp voor het ministerie.’

Ook zijn gedrag in het parlement wordt door Ramadhin ten stelligste afgekeurd. Volgens Ramadhin heeft Peneux een communicatieprobleem. ‘Wanneer de president hem blijft handhaven, gaat zijn gedrag niet veranderen. Hij is zo van karakter, om mensen te beledigen.’

Ramadhin legt er de nadruk op het VOS-Directeurenberaad te complimenteren over het voorgenomen besluit door de samenwerking met de minister op te zeggen. ‘Dit is een historische gebeurtenis. Het is voor het eerst voorgekomen in Suriname. En de president moet geen seconde twijfelen. Die man wordt liever vandaag weggehaald dan morgen. We kunnen niets meer veranderen aan zijn attitude en aan zijn gedrag.’

Ramadhin geeft aan het zich niet te kunnen voorstellen, dat terwijl het onderwijsgebeuren in een diep dal is geraakt, de minister maar steeds overhoop zit met zijn werknemers. De docent geeft als voorbeeld aan, dat hij als jongen uit een aardrijkskundeboek, dat uitgegeven is in 1975, heeft gestudeerd. Als docent heeft hij ook uit dit boek gedoceerd. En anno 2017 wordt er nog steeds gebruik gemaakt van dit boek. Het is hoog tijd dat er een aanpassing wordt gedaan aan de kwaliteit van de leermiddelen.

‘Ik wil niemand een natrap geven, maar de kwaliteit van ons onderwijs is steeds aan het verslechteren. Dan nog heb je de bijzondere scholen die niets eens ondersteund worden door het ministerie. Op bepaalde scholen zie je het fenomeen dat 35 tot 40 leerlingen volgepropt zitten in een lokaal van 7 bij 7 meter. En nog op de koop toe hebben we te maken met een Onderwijsminister die constant zit te schelden op zijn leerkrachten.’