'Willen we export stimuleren, dan moeten markten aangeboord worden en de EU blijft interessante mark' In tegenstelling tot NDP-fractieleider André Misiekaba is de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) wel voorstander van het EPA-handelsverdrag (Economic Partnership Agreements) tussen de Europese Unie (EU) en voormalige koloniën in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Zuidzee (ACP).
VSB-directeur Steven MacAndrew zegt vandaag, zaterdag 11 november 2017, in de Ware Tijd, dat zijn organisatie voorstander is van de ratificatie van de Economic Partnership Agreements (EPA). 'Willen we de export stimuleren, dan moeten markten aangeboord worden en de Europese Unie blijft een interessante markt voor ondernemers, vooral omdat in Nederland en België een groot aantal Surinamers en personen met innige banden met Suriname wonen. Maar, ook andere landen blijven interessant, als afnemers van ruwe grondstoffen, halffabricaten of eindproducten.'
Misiekaba hield dinsdag een vurig betoog in het parlement waarin hij zei, dat Suriname er zeer bekaaid vanaf zal komen als onder de huidige condities de overeenkomst zou worden geratificeerd. De NDP-fractieleider riep regering en parlement met klem op het handelsverdrag (nog) niet goed te keuren.
MacAndrew benadrukt dat overeenkomsten, zoals de EPA en het herziene Verdrag van Chaguaramas, het raamwerk bieden waarbinnen ondernemers opereren. Hij stelt dat de EU ook mogelijkheden biedt voor Surinaamse dienstverleners, maar politici blijven focussen op grondstoffen en gaan volkomen voorbij aan dit feit.
Voor wat betreft dienstverlening, geeft de VSB-voorzitter aan, dat dit op vier mogelijke manieren kan, die in de General Agreement on Trade in Services zijn genoemd. 'In plaats van zaken te bespreken, zoals hoe wij de dienstensector kunnen stimuleren, zodat diversificatie plaatsvindt en ondernemers ook hun diensten kunnen exporteren, komen wij met zake, die in deze globale wereld achterhaald zijn.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten