maandag 30 juni 2014

Armand Zunder laat Kwakoe links liggen - Reparatie Commissie plaatst krans bij monument Simón Bolívar

Strijder voor herstelbetalingen lijkt historisch besef en de weg kwijt te zijn

 Simón Bolívar staat ver van Surinaams slavernijverleden

Zunder lijkt boven alle kritieken te staan

30-06-2014 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – De eigenzinnige voorzitter van de zogenoemde Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS), de econoom en pseudo historicus Armand Zunder, heeft afgelopen week velen tegen zich in het harnas gejaagd in aanloop naar de herdenkingsactiviteiten in het kader van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863. De man heeft besloten om dit jaar een krans te leggen bij het monument van Simón Bolívar in het centrum van Paramaribo in plaats van bij het slavernijmonument in Suriname, dat van Kwakoe. 

Zunder lijkt de weg kwijt te zijn. Immers, waarom een krans leggen bij het monument van een Latijns-Amerikaanse vrijheidsstrijder die op geen enkele wijze een concrete link had met de slavernij. Maar, de econoom blijkt weinig historisch besef te hebben en heeft een vreemde kronkel, een vreemde omweg, gevonden in zijn brein om Bolívar toch te plaatsen in het – beter gezegd, zijn eigen gecreëerde - raamwerk van slavernijverleden. Zunder durft te beweren, dat door toedoen van die vrijheidsstrijder enkele koloniën in Zuid-Amerika bevrijd werden en daardoor de slavernij in die landen werd afgeschaft. ‘Keti Koti trekken we met deze bloemenhulde naar een globaal niveau, waar het reparatievraagstuk nu onderwerp van discussie is’, beweert Zunder.
Op de dag van de kranslegging, 30 juni, zei hij, dat hij heeft besloten om kransen te leggen bij het borstbeeld van Bolívar vanwege de 'geestelijke armoede' in Suriname. Het stoort de kennelijk gefrustreerde man, dat na veertig jaar onafhankelijkheid er nog steeds geen onafhankelijkheidsmonument is en na 141 jaar geen monument voor bevrijding van de slavernij. Om die reden vond zijn commissie het gepast om uit te wijken naar het beeld van de vrijheidsstrijder, die voor Zunder een strijder van wereldformaat is geweest en een voorbeeld voor Latijns-Amerika. Verder stelde de dromer Zunder, dat de jeugdige laag van de samenleving een integraal onderdeel moet uitmaken van de herstelbetalingen. Hij beweerde, dat de herstelbetalingen aangewend kunnen worden om vraagstukken onder de jeugd aan te pakken. Jeugdwerkloosheid, onvoldoende huisvesting, tienerzwangerschappen en het vraagstuk van vroege schoolverlaters haalde hij daarbij aan als voorbeelden, aldus bericht de Ware Tijd een dag later in haar online-editie. Zunder legde vooral de nadruk op Afro-Surinaamse jongeren, omdat die het overgrote deel van gedetineerden in Suriname uitmaken. Natuurlijk, het merendeel van de bevolking bestaat immers uit zogenoemde Afro-Surinamers. Maar, herstelbetalingen gebruiken om vraagstukken onder de jeugd op te lossen? Oh, heeft Nederland al betaald, neen, gaat Nederland betalen? Natuurlijk niet. Dus dergelijke opmerkingen van Zunder zijn werkelijk te absurd voor woorden en hij gooit mensen zand in te ogen. Zand uit het drijfzand waar zijn hele commissie op drijft.

Iwan Wijngaarde van de Feydrasi fu Afrikan Srananman liet meteen weten het besluit van Zunder een populistische en politieke benadering van 1 juli te vinden. ‘De Nationale commissie ziet het slavernij verleden te simpel. Dit lijkt op witte voetjes maken en ik ben niet van plan invulling te geven aan die uitnodiging’, aldus Wijngaarde. De Feydrasi legt ieder jaar op 1 juli een krans bij het standbeeld van Kwakoe. ‘Kwakoe’ is de naam voor een man geboren op woensdag, de afschaffing van de slavernij op woensdag 1 juli 1863.

Zunder, de man van 50 miljard euro
Econoom Armand Zunder is al sinds 2008 geobsedeerd in het onderwerp herstelbetalingen ofwel hij is van oordeel dat de Nederlandse staat Suriname 50 miljard euro verschuldigd is voor het slavernijleden van Nederland in de kolonie Suriname. Het lijkt de natte droom van Zunder die zich de afgelopen jaar heeft vastgebeten in een utopie, een 'mission impossible'. Hij deed vermeend wetenschappelijk onderzoek om te berekenen hoeveel Nederland aan Suriname verschuldigd zou zijn vanwege het slavernijverleden.

In een interview in juni 2008 met de Nederlandse journalist Marcel van Engelen zei Zunder hierover: 'Je moet dit zien als wiedergutmachung voor wat onze voorouders is aangedaan.'
Op een anti-racisme congres van de Verenigde Naties in Durban, Zuid-Afrika, werd de slavernij in september 2001 tot misdaad tegen de menselijkheid verklaard. 'De Afrikanen kwamen hier niet naartoe voor een picknick of een barbecue’, zei Zunder in gesprek met Van Engelen. ’Wel om te worden misbruikt, niet betaald te krijgen en als een ding te worden afgeschreven. Bij de mensen in Nederland is dat altijd weggehouden. Het gaat consequenties hebben. Desnoods moet Nederland maar op de markt worden gebracht.’ Van Engelen laat in zijn artikel ook nog even fijntjes weten dat Zunder in eerste instantie zou promoveren aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1977 ook afstudeerde. Maar, aldus de journalist, een commissie die zijn onderzoek beoordeelde, vond dat het niet voldeed aan de wetenschappelijke eisen. 'Te weinig en onduidelijke bronnen. Belangrijke literatuur negerend. En te sterk uitgaand van het vooropgezette plan dat Nederland zou moeten gaan betalen', aldus Van Engelen.
En het zijn die opmerkingen die het hele handelen van de econoom Zunder glashelder neerzetten. De man praat veel, vecht voor 'zijn' herstelbetalingen, maar alles is gebaseerd op drijfzand. Het artikel van Van Engelen vermeldt ook, dat Zunder constant volhoudt dat het hem niet om het geld te doen is. Het zou gaan om het herschrijven van de geschiedenis, door andere, Surinaamse ogen. ‘Er moet onderzoek komen. Goed onderwijs. En een mausoleum op de plek waar veel zwarte mensen zijn opgehangen. Die moet 24 uur per dag bewaakt worden door een speciale garde.’ Om daarna toch weer op de herstelbetalingen terug te komen, schrijft Van Engelen.

Kritiek uit deskundige hoek op cijfers ondeskundige Zunder
Het onderzoek van Zunder is onderhavige aan stevige wetenschappelijke en historische kritiek. De Nederlander Piet Emmer verwijst het door Zunder genoemde bedrag aan herstelbetalingen naar het rijk der fabelen en noemt het 'absurd'. ‘Als Suriname zo’n geweldige bijdrage zou hebben gehad aan de Nederlandse welvaart zou Nederland rijker moeten zijn dan omringende landen die geen koloniën en slavernij hebben gekend. Dat is niet het geval. Het ging indertijd vooral om koffie en suiker. De opbrengsten waren relatief gering.’

Van Engelen stelde Zunder ook de vraag aan wie die herstelbetalingen ten goede zouden moeten komen. Hierop antwoordde de econoom dat dat niet aan hem is om over te beslissen. Hij stelde zich in juni 2008 op het standpunt dat Surinaamse belangenorganisaties de handen ineen zouden moeten slaan en een claim zouden moeten voorbereiden. ‘Iedereen moet zelf bepalen of hij een beroep zál doen. Iemand die bij wijze van spreken voor de helft van slaven afstamt en voor de andere helft van slavenhouders, zou ik het zeker aanraden. Die ene helft heeft toch geleden. En wat betreft Surinamers in Nederland: die hebben het over het algemeen helemaal niet makkelijk daar.’

Zunder presenteerde op 22 juni 2010 bij de Vereniging Ons Suriname in Amsterdam zijn studie, waaraan hij tien jaren zou hebben gewerkt over herstelbetalingen. De 500 pagina’s tellende studie “Herstelbetalingen - De ‘Wiedergutmachung’ voor de schade die Suriname en zijn bevolking hebben geleden onder het Nederlands kolonialisme” werd aangeboden aan Barryl Biekman, voorzitter van het Landelijk Platform Slavernijverleden (LPS) en aan Stefanie Zunder, de dochter van Armand Zunder die drie boeken in ontvangst nam voor de drie kinderen van haar vader.
'De kern van mijn boek is dat in de koloniale periode, vooral van 1650 tot 1940, een enorme migratie van kapitaal heeft plaatsgevonden vanuit Suriname naar Nederland. Na die periode is de Surinaamse economie in uitgemergelde toestand achtergelaten', aldus Zunder op 1 juli 2010 tegenover de Wereldomroep. Zunder berekende -op basis van allerlei archiefstukken en economische modellen- hoeveel de Nederlandse economie van Suriname heeft geprofiteerd.

Het Leids universitair weekblad Mare vroeg zich op 29 september 2011 af hoe Nederland zou moeten omgaan met het slavernijverleden en benaderde onder andere de deskundigen Gert Oostindie, hoogleraar Caribische geschiedenis en Piet Emmer, emeritus hoogleraar geschiedenis:
Emmer: ‘Herstelbetalingen die de huidige generatie raken, daar kan ik nog wel wat in zien. Denk aan slachtoffers van de politionele acties in Indonesië. Maar historisch onrecht financieel compenseren is erg moeilijk. Vooral als je naar welvaart kijkt en aan een zwarte Noord-Amerikanen vraagt: ”Had u liever in West-Afrika gewoond?” Dan is het antwoord: “Nee.”’
Oostindie: ‘Het is zinloos om te discussiëren over persoonlijke schadevergoeding. Afrika was niet alleen slachtoffer. Het was daar ook business. Ook tussen volkeren en landen onderling. Dat is zo’n toestand, sluit het af.’
Emmer: ‘Diegenen die herstelbetalingen willen, stappen niet naar Afrikaanse landen. Daar valt niets te halen. Terwijl de rol van Afrikanen aanzienlijk was. De sterfte aan boord van slavenschepen was vreselijk hoog. Om de overtocht te overleven was de conditie die de slaven hadden voordat ze aan boord gingen het belangrijkst. De tocht in Afrika, lopend naar de kust, was wellicht dodelijker dan de zeereis. De gedachte dat deze slaven vrij waren geweest als ze bijvoorbeeld niet naar Amerika waren vervoerd, is onjuist. Dan waren ze in Afrika slaaf geweest.’
Oostindie: ‘Eind 18e en in de 19e eeuw was een belangrijk deel van de slavenhouders in Suriname en op de Antillen zwart. Dan kun je zeggen: “Wat gek dat zij dat deden.” Nou, ze waren net zo gek als de witte Nederlanders die slaven hielden.’

Alle kritieken maakten geen indruk op de jager op herstelbetalingen, Armand Zunder. Hij bleef doorgaan, stoïcijns, tikkeltje arrogant, als een heuse Don Quichot die vecht tegen windmolens.

'Nederland stopt geschiedenis niet weg'
Namens het Comité Reparatie Slavernijverleden Suriname overhandigde hij op 26 juni 2013 een petitie aan Nederland, waarin van Nederland verontschuldigingen wordt geëist voor het Nederlandse slavernijverleden. Zunder bood de petitie aan namens het Comité Reparatie Slavernijverleden Suriname:



Een paar dagen voor die overhandiging liet hij in het dagelijkse actualiteitenprogramma 'Mmanten Taki' van de staatszenders STVS/SRS weten, dat het comité bestaat uit ‘vooraanstaande Surinamers’. Zunder liet echter in het midden wie onder andere die vooraanstaande Surinamers zijn. Ernst Noorman, de Nederlands zaakgelastigde in Suriname, nam de petitie in ontvangst op zijn kantoor in Nederlandse ambassade. ‘Nederland stopt de geschiedenis niet weg en erkent dat het gaat om een zwarte bladzijde in haar verleden', zei hij bij de ontvangst.

Een vergevingsgezinde president niet gewaardeerd door Zunder
President Desi Bouterse verraste Zunder op 1 juli 2013 onaangenaam door tijdens een speech op het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo, te stellen Nederland te vergeven voor het slavernijverleden in Suriname. De econoom zei de actie van de president een belediging te vinden voor alle nazaten van Afrikaanse slaven.
De opmerking van Bouterse was een reactie op de spijt- en berouwbetuiging van de Nederlandse regering. De Nederlandse vicepremier en minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher betuigde namens Nederland spijt en berouw tijdens zijn toespraak bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij in Amsterdam bij het slavernijmonument in het Oosterpark. Een officieel excuses bleef uit. Asscher haalde de 'mensonterende praktijk van de slavernij' aan en vroeg zich hardop af waarom Nederland daar niet veel eerder een eind aan heeft gemaakt. 'Ik sta hier namens de Nederlandse regering en kijk terug op deze schandvlek in onze geschiedenis. Ik kijk terug en betuig diepe spijt en berouw over hoe Nederland is omgegaan met de menselijke waardigheid.'

Zunder kon echter de vergevingsgezinde toon en uitspraak van Bouterse niet plaatsen. Hij wees op het voorzitterschap van Suriname sinds 30 augustus van UNASUR, de Unie van Zuid-Amerikaanse staten. Daarnaast trof de CARICOM voorbereidingen om het zogenoemde reparatieproces inhoud te geven. ‘Dit is een ernstige belediging naar de CARICOM-gemeenschap. Bouterse moet niet denken dat Nederland naïef is', aldus Zunder. Hij vond de opmerking van Bouterse vergaand, omdat hij niemand, niet de nazaten van de Afrikaanse slaven, niet de Surinaamse gemeenschap, niet de organisaties die zich hiermee bezighouden, niet de regering, maar zeker ook niet het parlement had geraadpleegd. ‘Als dit zo blijft, zullen de slaven die de slavernij hebben meegemaakt zich in hun graf keren.' Nederland heeft volgens Zunder een eerste stap gedaan door als regering spijt en berouw uit te spreken. ‘Nu moet het reparatieproces normaal worden afgewerkt, pas dan kunnen we samen zeggen dat we Nederland vergeven', zei Zunder die zich kennelijk zag en ziet als een levende vertegenwoordiger van de vele overleden slaven en zich daarmee op een te hoge zetel plaatst.

Na zijn hart te hebben gelucht over de uitspraak van Bouterse ging het en dus ook zijn leven weer gewoon verder. De uitspraak verdween naar de achtergrond. Maar, achter de schermen bleek te zijn gewerkt aan de opzet van een 'National Reparations Committee Suriname' (NRCS). De instelling van de NCRS bleek in augustus 2013 bij presidentieel besluit te zijn gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname.

De ministeries van Onderwijs en Volksontwikkeling en Binnenlandse Zaken waren belast met de uitvoering van het presidentieel besluit en zouden het orgaan onder meer gaan voorzien van kantoorruimte en middelen om zijn taken uit te voeren. Dit berichtte de herstelbetalingen-adept Armand Zunder in een op vrijdag 6 september 2013 uitgebracht persbericht. De NRCS zou een nationaal kennisinstituut oprichten met Zunder als directeur. De instelling van de NRCS vloeide voort uit het besluit van CARICOM-leiders op de 34e Staatshoofdenconferentie te Trinidad en Tobago, om een gezamenlijk standpunt in te nemen over het vraagstuk van excuses en reparaties voor de genocide en de slavenhandel aan respectievelijk de nazaten van de inheemsen en tot slaaf gemaakten. Besloten werd om in elk lidland een ‘National Reparations Committee’ in te stellen.
De NRCS heeft een uitgebreid takenpakket. Zo zal het orgaan informatie inventariseren over de genocide op inheemsen van Surinaamse afkomst, de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in Suriname en de rest van het Caribisch gebied en over reparaties aan de nazaten van de inheemsen en de nazaten van de tot slaaf gemaakten in Suriname.

De organisatie schrijft op haar website een visie en een missie te hebben:

Onze Visie is:
“Wij zijn een lerende organisatie die door intern en met anderen goed samen te werken voorspoed en vooruitgang zal brengen voor de Inheemsen en Afro-Surinamers in onze multi-culturele, multi-etnische en multi-religieuze samenleving.”

Onze Missie is:
“Wij zijn gedreven en gemotiveerd om de onrechtvaardigheden die in de koloniale tijd de Inheemsen en Afrikanen zijn aangedaan te corrigeren door middel van excuses en reparaties in CARICOM-verband.”

Daarnaast heeft de NRCS zelf uitgebreid antwoord op de vraag waarom reparaties worden geëist, waarbij bij enkele antwoorden grote vraagtekens kunnen worden geplaatst en je jezelf de vraag kunt stellen hoe serieus dit NRCS en haar directeur zijn. Een directeur van wie kennelijk de verstandelijke vermogens tot een bedenkelijk niveau blijken te zijn gedaald.

De antwoorden, zoals deze te lezen zijn op de website van de organisatie:

* Hoge bloeddruk en type 2 diabetes is het hoogst in de wereld bij nazaten van Afrikanen in het Caraibisch gebied. De Surinaamse situatie moet nog in beeld worden gebracht;
* Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat dit het resultaat is van de voeding in de periode van de slavernij, de stress en de emotionele onderdrukking in die periode en in de periode daarna;
Bij de emancipatie waren de inheemsen en de tot slaaf gemaakten in Engels sprekend Caraibisch gebied voor 70% analfabeet. In het Caribisch gebied bestaat er nog veel analfabetisme. Reparatie moet hieraan een verandering brengen. De Surinaamse situatie moet nader worden onderzocht (invloed EBG);
* Europeanen hebben in eigen land geïnvesteerd in instituten als musea en research centers teneinde hun burgers voor te bereiden om hun geschiedenis goed te begrijpen. Hun voorouders wordt glorie toegezongen en worden geprojecteerd als goed te zijn geweest voor de Afrikaanse tot slaaf gemaakten en de inheemsen. In het Caribisch gebied komen deze instituten (musea en research instituten) niet echt voor, terwijl de misdaden tegen de menselijkheid hier zijn gepleegd. Er is op dit gebied door het ontbreken van visie en het stellen van prioriteiten nog geen eigen ontwikkeling. Deze crisis moet ook worden opgelost met reparaties voor ontwikkeling;
* De tot slaaf gemaakten en de inheemsen zijn belemmerd om hun eigen culturele waarden en normen te belijden en verder te ontwikkelen. Hun cultuur werd gecriminaliseerd en hun culturele identiteit werd verbrijzeld. Zij kennen vaak heden ten dage hun eigen culturele waarden niet of nauwelijks meer. Er zijn geen instituten die deze culturele waarden hebben bewaard. Robuuste inheemse en Africa musea ontbreken helaas nog. De resultaten van de culturele onthouding zijn: lage eigen etnische waardering, devaluatie van Afrikaanse identiteit, geen identificatie met het roemrijke verleden van Afrika vóór Columbus, gebroken en éénhoofdige gezinnen komen zeer vaak voor, teveel jongens/mannen zijn verwekkers van kinderen en geen vaders, verwatering van Afrikaanse religie en culturele praktijken, vrijwel geen of beperkte connecties met voorouders en cultuur;
* Ruim 400 jaar zijn Afrikanen in wetten en anderzijds bestempeld als vee, eigendom en roerende goederen en niet als mensen. Zij zouden bij de wet en in de praktijk niet tot de menselijke familie behoren. Voor hun was er geen plaats in Europese parlementen en in de Europese politiek. Deze geschiedenis heeft zware psychologische schade aangericht op de nazaten van de tot slaaf gemaakten. In het dagelijks leven is dit onaangepast gedrag vaak nog zichtbaar. Slechts middels de reparatie dialoog zal het proces van ‘Psychologische genezing’ echt kunnen plaatsvinden;
* Voor meer dan 400 jaar was het beleid van de Europese staten er op gericht dat de landen in het Caribisch gebied niet geïndustrialiseerd moesten worden. Zij moesten grondstoffenleveranciers zijn en blijven. Hierdoor zijn wetenschap, technologie en industrie slecht ontwikkeld en lopen ook de jongeren op dit gebied achter. Zij zijn gebruikers en nauwelijks ontwikkelaars. Zij missen de cultuur van wetenschap en technologie waarin hun leeftijdsgenoten in Europa opgroeien. De reparatie dialoog moet hierin verbetering brengen;
* Caribisch gebied werd gemaakt tot grondstoffenleverancier van suiker, katoen, koffie, cacao, balata, hout, goud en andere goederen. De productiestructuur was dat verwerkingsindustrieën in de moederlanden verrezen, zakelijke dienstverleners kwamen uit de moederlanden, de meeste toegevoegde waarde in de moederlanden, kwaliteitseisen werden in de moederlanden bepaald, prijzen werden en worden in de moederlanden bepaald. Eindproducten moesten worden geïmporteerd, bij voorkeur uit de moederlanden. Reparatie moet dit veranderen;
* De huidige status van de inheemsen en tot slaaf gemaakte Afrikanen na de koloniale tijd is: ernstige sociale vraagstukken, psychologische vraagstukken, financiële en economische vraagstukken en culturele vraagstukken. Alleen acties gericht op reparaties middels dialoog kunnen hiervoor soelaas bieden.

'Wat er maar fout kan gaan, wordt aan dat slavernijverleden toegeschreven: racisme, discriminatie, tienerzwangerschappen, gebroken gezinnen, echtelijke ontrouw, criminaliteit, slechte schoolprestaties, hoge bloeddruk en nog veel meer', schreef historicus Emmer 29 juni 2013 in de Nederlandse krant Trouw in een uitgebreid artikel met de kop 'Slavernij is geen excuus'. 

Overigens bleek bij het in het leven roepen van het 'National Reparations Committee Suriname' door Zunder volledig voorbij te zijn gegaan aan onder andere de hindostaanse gemeenschap. De Stichting Hindostaanse Immigratie was onaangenaam verrast toen zij via de media moest vernemen van het NRCS.

'Het geruisloos beraadslagen en in de steigers zetten van de NRCS, roept meer vragen op dan dat dit daadwerkelijk een aantal brandende vraagstukken beantwoordt.
Jarenlang zijn verschillende organisaties in overleg met dr. A. Zunder (Voorzitter Un Bundru) geweest in de Commissie Herstelbetalingen, waarbij er een gezamenlijke Intentieverklaring (MOU) is getekend, dat alle lotgenoten NGO’s gezamenlijk zullen optreden om collectief herstelbetalingen van de kolonisatoren mogelijk te maken. Met de beraadslagingen voor het oprichten van NRCS met dr. A. Zunder, is het onduidelijk of er sprake is van een mogelijke ‘one-man’ show en dat er dus geheel voorbijgegaan wordt aan de eerder getekende MOU. De SHI heeft nimmer kennis gedragen, noch een uitnodiging mogen ontvangen van de oprichtingsberaadslagingen', aldus de stichting in een verklaring op 12 september 2013.

Verder schrijft zij: 'Wat nog meer steekt is, dat de ‘Reparations Committee’ in haar taakstelling meldt, ‘Zo zal het orgaan informatie inventariseren over de genocide op inheemsen van Surinaamse afkomst, de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in Suriname en de rest van het Caribisch gebied en over reparaties aan de nazaten van de Inheemsen en de nazaten van de tot slaaf gemaakten in Suriname’.

Klare taal, maar dit beperkte takenpakket van de NRCS heeft in één keer een niet te verwaarlozen grote groep van contractarbeiders en immigranten, waaronder Hindostanen, Javanen en andere direct uitgesloten en buitenspel gezet.
'De geestesvader van de NRCS bewijst zichzelf hiermee geen goede dienst, alsdan in zijn vorige hoedanigheid als de man van de Commissie Herstelbetalingen om elk overleg met de immigrantengroep te vermijden, althans in zijn geheel niet te betrekken', aldus mr. Ramesh Malahe, secretais van de Stichting Hindostaanse Immigratie in de verklaring.

Een paar dagen later wordt Zunder benoemd tot een van de drie ondervoorzitters van de CARICOM Reparatie Commissie. De benoeming vond plaats tijdens een driedaagse regionale reparatieconferentie op het eiland St. Vincent op 15, 16 en 17 september. Hij moet zijn werkzaamheden delen met de Jamaicaanse professor Verene Shepherd, verbonden aan de University of the West Indies en met Jomo Thomas, afkomstig uit St. Vincent & the Grenadines. Zunder is coördinator van de reparatiecommissies van de CARICOM-lidlanden. Ook moet hij ervoor zorgen dat Nederlands sprekende CARICOM-landen reparatiecommissies in het leven roepen.

De CARICOM Reparaties Commissie werd opgericht om de volgende doelstellingen te bereiken:

* ontwikkelen van de morele, ethische en juridische claim voor de betaling van Reparaties door regeringen van voormalige koloniale machten en de betrokken instellingen in die landen, aan de volkeren en de mensen van de Caribische Gemeenschap voor de misdaden tegen de Menselijkheid van Inheemse Genocide, de Trans -Atlantische slavenhandel en een racistisch systeem van slavernij;
* adviseren en aanbevelingen doen voor gecoördineerde CARICOM-activiteiten door de minister-presidentiele Subcomissie Reparaties; coördineren en ondersteunen van het werk van de Nationale Reparaties Commissies en Task Forces en de ontwikkeling van de commissies in de landen die dat nog niet hebben;
* ontvangen en verder verwerken van rapporten van de Nationale Reparaties Commissies;
* ontwikkelen en implementeren van een regionale strategie om herstelbetalingen te verrkijgen;
* ontwikkelen en aanbevelen van politieke actie op national en regional niveau door middel van parlementaire debatten en resoluties en nationale, regionale en international mobilisatie;
* houden van consultaties om voorstellen te ontwikkelen voor geschikte vormen van schadeloosstelling door middel van herstelprogramma’s en projecten;
* coördineren/ondernemen van voorbereiding van een gedetailleerde opgave van de schade en huidige manifestaties van dergelijke schade op Inheemsen en hun nakomelingen en tot slaaf gemaakte Afrikanen en hun nakomelingen;
* aannemen van de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding en presentatie van een rechtszaak voor reparaties en het benadrukken van het special geval van reparaties voor Haïti;
* dienen als een systeem voor vroegtijdige waarschuwing en het ontwikkelen van een pro-actieve mediacampagne om het publieke bewustzijn op het gebied van herstelbetalingen te verhogen.

De conferentie werd afgesloten met een besluit om een tweede follow-up conferentie binnen een termijn van drie maanden te houden. De participanten spraken in een communiqué de hoop uit, dat het werk in de landen voldoende vordert om tegen het einde van dit jaar een brief over reparaties te kunnen sturen naar de Europese landen of tenminste te proberen te starten met een dialoog over excuses en herstelbetalingen.
Op de conferentie waren vertegenwoordigers uit 12 CARICOM-landen aanwezig: Antigua & Barbuda, Barbados, Belize, Dominica, Grenada, Guyana, Jamaica, St. Kitts & Nevis, St. Lucia, St. Vincent & the Grenadines, Suriname en Trinidad & Tobago. Er waren ook vertegenwoordigers uit Guadeloupe, Martinique, VS Virgin Islands, Engeland, Canada, de VS en Nederland aanwezig.

Zunder hengelt naar mooi kantoor
De voorzitter van Nationale Reparatie Commissie Suriname, Zunder, hengelde eind maart van dit jaar openlijk naar het onderkomen van het Surinaams Museum in Fort Zeelandia als zijn toekomstig kantoor. Zunder op en top. Hij hengelde tijdens de conferentie '400 jaar commerciële relatie Nederland Suriname' in de Palmentuin te Paramaribo. Volgens Zunder staat het gebouw symbool voor het vele kwaad dat de zwarte bevolking is aangedaan en het wordt ook nog eens beheerd door 'een stelletje conservatieve Nederlanders'. ‘Wij gaan het voorstel naar de regering geleiden dat daar de Nationale Reparations Commissie Suriname komt te zitten en dat op de plaats waar de galg eerst was een mausoleum komt die vierentwintig uur wordt bewaakt door het Nationaal leger.’
Nu is zijn organisatie nog gevestigd op het adres Hoogestraat 71 bov., maar kennelijk heeft dat volgens Zunder te weinig sjieke uitstraling, met op de benedenverdieping zorgorganisatie ZON Thuiszorg Suriname. En dat is weer typisch de econoom Armand Zunder. De man wil aanzien, ook voor zijn organisatie.

Kritiek oud-commissielid
En de man en zijn optreden blijven onderhevig aan kritiek. Zo deed vandaag, maandag 30 juni, Guno Rijssel van zich spreken. Deze man was secretaris van de NRCS, maar verliet de commissie in maart van dit jaar. Hij zegt in de Ware Tijd, dat de claim die een groep CARICOM-landen in het kader van herstelbetalingen inzake slavernijverleden wil indienen bij hun oud kolonisatoren, geen enkele kans van slagen maakt als dat gezamenlijk gebeurt. Het zou volgens hem veel beter zijn als Suriname zelfstandig een claim bij Nederland indient.

Armand Zunder wilde niet reageren op de uitspraken van Rijssel. Dat zou president Desi Bouterse moeten doen, was zijn reactie. Zijn commissie voert immers het beleid uit dat door CARICOM en Suriname is bepaald, aldus Zunder, die kennelijk geen standpunt vanuit de NRCS durft in te nemen. En ook dat typeert de econoom Zunder.
Maar, wat graag komt hij in allerlei televisieprogramma's zijn verhaal over herstelbetalingen en de rol van kolonisator Nederland in het Surinaamse slavernijverleden en de werkzaamheden van 'zijn' commissie uiteenzetten. Het lijkt een cd met een kras te zijn geworden, 'zijn' verhaal. Hij heeft dus een eigen mening, de pseudo historicus. Maar, reageren op opmerkingen van een oud-commissielid gaat hij uit de weg. Dan wijst hij met zijn vinger in de richting van president Bouterse en verschuilt zich achter beleid gevoerd door de CARICOM en Suriname. Zunder weet het altijd zo goed, maar als het erop aan komt weet hij niets.
Hij werkt op en met drijfzand aan een droom: herstelbetalingen door Nederland.

Noot:
Wanneer en wie roept die met Nederlandse tongval sprekende vermeende anti-koloniaal Armand Zunder tot de orde??? De man was vrijdag 15 augustus te gast en in Mmanten Taki (STVS/SRS), 's morgens en in Magazine 4 (ABC), 's middags.
Hij wil dat het Fort Zeelandia in de schoot wordt geworpen van zijn zogenoemde 'reparatiecommissie' (herstelbetalingen), omdat dat monument nog steeds een koloniale lucht uitademt. Natuurlijk, het is een monument. Natuurlijk, het heeft een verleden. Natuurlijk, een verleden waar niemand trots op is, ook niet de Nederlanders van vandaag. 
Wil Zunder dat koloniale verleden volledig uitwissen of er een eigen uitleg aan geven ten faveure van zichzelf en zijn commissie? 
Laat het Fort gewoon verder functioneren in zijn huidige vorm en laat die Zunder een eigen knus plekje vinden voor zichzelf (vooral) en zijn commissie. 
Misschien hebben de Trio's in Kwamalasamutu nog een ruimte leeg...want dat zijn immers de oorspronkelijke bewoners van het land. Daar kan Zunder nog het nodige leren....

Dossier Dino Bouterse augustus 2013 - juni 2014