Journalisten in Suriname te weinig bekend met internet en Google?
De eerste Surinaamse milieujournalist moet het daglicht nog zien
18-06-2013 Door: Paul Kraaijer
Paramaribo – Surinaamse journalisten, althans het mogelijke handjevol dat zich heeft aangemeld, volgen deze week een driedaagse ‘training en workshop’ inzake milieu gerelateerde vraagstukken zoals chemisch afval, afvalbeheer en de bescherming van de ozonlaag. De training valt onder de vlag van het Verenigde Naties Milieu Programma (UNEP, United Nations Environmental Programme) en wordt in Paramaribo mede verzorgd door het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, het NIMOS (dat nauwelijks een instituut genoemd kan worden) en de Vereniging van Surinaamse Journalisten, SVJ.
Starnieuws berichtte gisteren, maandag 17 juni, dat met die training en workshop de UNEP hoopt dat journalisten zich sterker bewust worden van milieuvraagstukken. Veel aandacht zal er, aldus de nieuwswebsite, zijn voor internationale milieuverdragen, zoals het Basel-, Stockholm- en Rotterdam Verdrag.
Het bericht op Starnieuws lezende was mijn eerste reactie: Eindelijk! Hopelijk steken ze er nog wat van op ook. Maar, het is ook tekenend dat een dergelijke training nodig is. Kennelijk zijn de Surinaamse journalisten niet bekend met internet en een fenomeen als Google, waar ze zèlf ook de info kunnen vinden over bijvoorbeeld internationale milieuverdragen, de risico's van verkeerde opslag van ziekenhuis- en laagradioactief afval of over het verbranden van afval, enzovoorts, enzovoorts.
Helaas is het merendeel van het Surinaamse journaille oppervlakkig en niet doorgravend in hun berichtgeving. Kritiekloos. Een driedaags cursusje zal daar weinig aan kunnen veranderen vrees ik.
Helaas is het merendeel van het Surinaamse journaille oppervlakkig en niet doorgravend in hun berichtgeving. Kritiekloos. Een driedaags cursusje zal daar weinig aan kunnen veranderen vrees ik.
Overigens is het niet te hopen dat deze training niets meer en niets minder is dan een slinkse manier van bijvoorbeeld het NIMOS om journalisten voor haar pr-karretje te spannen. Want informatie over de genoemde verdragen kan bijvoorbeeld binnen twee seconden op het internet worden gevonden. De verdragen hebben hun eigen websites. Voor die informatie heb ik in ieder geval het NIMOS niet nodig.
Echte ‘milieu-journalisten’ zijn er trouwens niet in Suriname. Een enkele journalist probeert zich echter wel als zodanig voor te doen, zoals Rachel van der Kooye (oud-voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten, SVJ), Wilfred Leeuwin (oud-milieuverslaggever bij de Ware Tijd en vandaag de dag webredacteur bij Starnieuws en SVJ-voorzitter) en de Nederlandse Astrid van Oostrum bij de Ware Tijd. Maar, zelden zijn zij – en anderen - in staat gebleken om kritisch deskundig te zijn.
Heeft ooit een Surinaamse (milieu-)journalist bericht over bijvoorbeeld:
Echte ‘milieu-journalisten’ zijn er trouwens niet in Suriname. Een enkele journalist probeert zich echter wel als zodanig voor te doen, zoals Rachel van der Kooye (oud-voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten, SVJ), Wilfred Leeuwin (oud-milieuverslaggever bij de Ware Tijd en vandaag de dag webredacteur bij Starnieuws en SVJ-voorzitter) en de Nederlandse Astrid van Oostrum bij de Ware Tijd. Maar, zelden zijn zij – en anderen - in staat gebleken om kritisch deskundig te zijn.
Heeft ooit een Surinaamse (milieu-)journalist bericht over bijvoorbeeld:
- de activiteiten van de Amerikaanse goudmijnmultinational Newmont, die een deal gaat sluiten met de Surinaamse regering voor het operationeel maken van een grote goudmijn in het Meriangebied in het oosten van het land, in Indonesië, Ghana, Nieuw Zeeland of Peru? Landen waar het bedrijf te maken heeft gehad en nog steeds te maken heeft, in Peru en Nieuw Zeeland, met verzet vanuit inheemsen en andere lokale bewoners?;
- de mogelijke schade die wordt aangericht aan het leven in de Surinamerivier door het uitbaggeren van de rivier?;
- waarom het gebruik van het voor de mens en de biodiversiteit schadelijke kwik door kleinschalige goudzoekers in het binnenland niet effectief en definitief wordt aangepakt door de regering casu quo de presidentiële Commissie Ordening Goudsector?;
- waarom illegale goudzoekers nooit zijn beboet of voor het gerecht zijn gedaagd vanwege het gebruik van het verboden kwik, de import ervan of voor het aanrichten van aanzienlijke schade aan een beschermd natuurgebied als het Brownsberg Natuurpark? Neen, de goudzoekers worden zelfs beloond en krijgen een nieuw goudwinningsgebied toegewezen waar ze legaal goud kunnen winnen. Geen zogenoemde milieujournalist die deze kwestie kritisch benadert;
- wat voor zaken zich bevinden onder de tonnen door ReComSur (Recycling Company Suriname) op een open terrein bij de Commissaris Weytinghweg opgeslagen ziekenhuisafval? Waar bestaat dat afval uit? Wordt op de zakken door de leveranciers vermeld wat erin zit? Zit er wellicht laagradioactief afval tussen? Zitten er wellicht injectienaalden tussen? Niets heb ik daarover kunnen lezen in kranten of op nieuwswebsites;
- hoe hoog de boete was voor een 55-jarige man die onlangs door de politie korte tijd werd aangehouden, omdat hij minstens (!) drie beschermde jaguars had doodgeschoten? Journalisten nemen klakkeloos hierover een politiebericht over en informeren vervolgens niet verder bij de afdeling Voorlichting van het Korps Politie Suriname naar bijvoorbeeld de vraag waar de jaguars zijn afgeknald, wat hij met de dieren van plan was te gaan doen en of hoe hoog de boete was die hij kon betalen?;
- de publicatie van foto’s op een Facebookpagina van een doodgeschoten en gevilde jaguar door een Surinaamse jager? Afgelopen week leidde een soortgelijke ‘actie’ tot ophef en veel media-aandacht in Costa Rica:
- de achtergronden van REDD+? Een ingewikkelde materie die wereldwijd aan kritieken onderhevig is uit bijvoorbeeld inheemse groepen en milieuorganisaties. De Surinaamse vermeende milieujournalisten durven hieraan de vingers niet te branden. Nu en dan verschijnen er berichten over REDD+, vanwege de betrokkenheid van het Klimaatbureau van het Kabinet van de President (Climate Compatible Development Agency), maar het wordt niet tot nauwelijks aan de lezers uitgelegd laat staan dat er ook maar iemand iets negatiefs durft te schrijven over REDD+;
- de achtergronden van REDD+? Een ingewikkelde materie die wereldwijd aan kritieken onderhevig is uit bijvoorbeeld inheemse groepen en milieuorganisaties. De Surinaamse vermeende milieujournalisten durven hieraan de vingers niet te branden. Nu en dan verschijnen er berichten over REDD+, vanwege de betrokkenheid van het Klimaatbureau van het Kabinet van de President (Climate Compatible Development Agency), maar het wordt niet tot nauwelijks aan de lezers uitgelegd laat staan dat er ook maar iemand iets negatiefs durft te schrijven over REDD+;
- het gebrekkige regeringsbeleid ten aanzien van de kustbescherming in verband met een stijgende zeespiegel ten gevolge van klimaatverandering;
- de problemen rond kafverbranding in Nickerie;
- de problemen rond afvalverbranding en de waarschijnlijke schadelijke gevolgen ervan voor de volksgezondheid;
- enzovoorts, enzovoorts.
Milieujournalisten in Suriname? Neen, die zijn er niet. Er is een handjevol dat dènkt milieujournalist te zijn, maar dat in werkelijkheid nauwelijks iets weet over dat brede onderwerp of uit eigen initiatief over bepaalde milieu gerelateerde issues schrijft. In Suriname wordt alleen gereageerd op en dan ook nog zeer oppervlakkig.
Dat sommigen zich werkelijk heel wat vinden blijkt bij het tegen het licht houden van de website van het zogenoemde ‘Earth Journalism Network’ (EJN). Een netwerk, ontwikkeld door Internews Network en Internews Europe, dat bedoeld is om journalisten in zogenoemde ontwikkelingslanden te stimuleren om meer effectief te berichten over het milieu, de biodiversiteit. Daartoe worden onder andere trainingen en workshops georganiseerd en worden nu en dan kleine fondsen verstrekt.
Tussen 2006 en 2007 zijn ruim 2.200 journalisten uit tientallen ontwikkelingslanden getraind in onderwerpen als klimaatverandering, biodiversiteit, water en bronnen in oceanen en kustgebieden.
Van der Kooye, Cairo en Panka: milieujournalisten?
Milieujournalisten in Suriname? Neen, die zijn er niet. Er is een handjevol dat dènkt milieujournalist te zijn, maar dat in werkelijkheid nauwelijks iets weet over dat brede onderwerp of uit eigen initiatief over bepaalde milieu gerelateerde issues schrijft. In Suriname wordt alleen gereageerd op en dan ook nog zeer oppervlakkig.
Dat sommigen zich werkelijk heel wat vinden blijkt bij het tegen het licht houden van de website van het zogenoemde ‘Earth Journalism Network’ (EJN). Een netwerk, ontwikkeld door Internews Network en Internews Europe, dat bedoeld is om journalisten in zogenoemde ontwikkelingslanden te stimuleren om meer effectief te berichten over het milieu, de biodiversiteit. Daartoe worden onder andere trainingen en workshops georganiseerd en worden nu en dan kleine fondsen verstrekt.
Tussen 2006 en 2007 zijn ruim 2.200 journalisten uit tientallen ontwikkelingslanden getraind in onderwerpen als klimaatverandering, biodiversiteit, water en bronnen in oceanen en kustgebieden.
Van der Kooye, Cairo en Panka: milieujournalisten?
Op de website van EJN blijken drie Surinaamse ‘milieujournalisten’ zich als ‘lid' te hebben geregistreerd: Ivan Cairo van de Ware Tijd, Rachel van der Kooye die zich heeft aangemeld als medewerkster van Network Star Suriname, en tv-journalist Harvey Panka van ATV, Algemene Televisie Verzorging.
Het programma waarvoor sterreporter Cairo en zichzelf tot milieujournalist verheven Van der Kooye zich hadden aangemeld was ‘Rio+20 VN Conferentie over Duurzame Ontwikkeling’ op 20, 21 en 22 juni 2012. Dertig journalisten uit twintig landen zouden verslag doen over de onderhandelingen tijdens die conferentie. Op de website zijn van vele journalisten artikelen te vinden, maar geen enkel artikel van Cairo en Van der Kooye. Neen, zij zijn geen milieujournalist. Ivan Cairo en Rachel van der Kooye zijn het type mens dat zichzelf vaak belangrijker vindt dat de onderwerpen waarover hij/zij schrijft. Het aantal door ‘milieujournaliste’ Van der Kooye geschreven milieuartikelen is op één hand te tellen.
Harvey Panka had zich ingeschreven als lid voor het programma ‘COP18 Fellowship’ tussen 29 november en 8 december 2012. Maar, aan dat programma werd slechts deelgenomen door acht journalisten uit het Midden-oosten en Noord-Afrika. COP18 was de top van de ‘United Nations Framework Convention on Climate Change’ (UNFCCC) in Doha, Qatar.
Het programma waarvoor sterreporter Cairo en zichzelf tot milieujournalist verheven Van der Kooye zich hadden aangemeld was ‘Rio+20 VN Conferentie over Duurzame Ontwikkeling’ op 20, 21 en 22 juni 2012. Dertig journalisten uit twintig landen zouden verslag doen over de onderhandelingen tijdens die conferentie. Op de website zijn van vele journalisten artikelen te vinden, maar geen enkel artikel van Cairo en Van der Kooye. Neen, zij zijn geen milieujournalist. Ivan Cairo en Rachel van der Kooye zijn het type mens dat zichzelf vaak belangrijker vindt dat de onderwerpen waarover hij/zij schrijft. Het aantal door ‘milieujournaliste’ Van der Kooye geschreven milieuartikelen is op één hand te tellen.
Harvey Panka had zich ingeschreven als lid voor het programma ‘COP18 Fellowship’ tussen 29 november en 8 december 2012. Maar, aan dat programma werd slechts deelgenomen door acht journalisten uit het Midden-oosten en Noord-Afrika. COP18 was de top van de ‘United Nations Framework Convention on Climate Change’ (UNFCCC) in Doha, Qatar.
Panka is een Surinaamse tv-journalist dus niet afkomstig uit het Midden-Oosten of Noord- Afrika. Opmerkelijk, dat hij zich voor dit programma had aangemeld..... Natuurlijk geen enkel artikel van hem over COP18.
Overigens kan iedereen zich via de EJN-website via een simpel formulier als lid aanmelden, ook ik. Het ‘lid’ zijn van het Earth Journalism Network klinkt interessant en staat leuk op je cv, maar dat lidmaatschap stelt net zoveel voor als de vele certificaten die je in Suriname krijgt na deelname aan welke workshop of training dan ook......, helemaal niets.
De eerste Surinaamse milieujournalist moet het journalistieke daglicht nog zien
Overigens kan iedereen zich via de EJN-website via een simpel formulier als lid aanmelden, ook ik. Het ‘lid’ zijn van het Earth Journalism Network klinkt interessant en staat leuk op je cv, maar dat lidmaatschap stelt net zoveel voor als de vele certificaten die je in Suriname krijgt na deelname aan welke workshop of training dan ook......, helemaal niets.
De eerste Surinaamse milieujournalist moet het journalistieke daglicht nog zien
Kortom, onder het huidige Surinaamse journaille bevindt zich niet één journalist met voldoende kennis en ervaring in huis om zich milieujournalist te kunnen of te mogen noemen. Daarnaast mag van een echte en kundige milieujournalist een kritische- en een onderzoekspen worden verwacht. Maar, een dergelijke pen is helaas nog nergens op Surinaamse nieuwsredacties bij kranten, nieuwswebsites en tv- en radiozenders te vinden. De eerste echte Surinaamse milieujournalist moet nog geboren worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten