dinsdag 27 december 2011

Justitie in actie tegen goudzoekersponton op stuwmeer - Geen openheid over eigenaar ponton

Gerold Dompig blikt terug in Mmanten Taki

27-12-2011 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo - De voorzitter van de presidentiële commissie Ordening Goudsector, Gerold Dompig, blikt tevreden terug op 2011, het eerste actieve jaar van zijn commissie. Hij deed dat in het ochtend tvprogramma Mmanten Taki van de STVS.

Actie tegen goudponton
In het programma onthulde hij dat vandaag, 27 december 2011, actie wordt ondernomen tegen de eigenaar van een goudponton op het stuwmeer. Leden van de commissie gaan zelf polshoogte nemen. Enige tijd terug bleek het ponton zich op het meer te bevinden, maar na ingrijpen door de commissie – gealarmeerd door onder andere Assembleeleden – verdween het ponton. Afgelopen week bleek het goudponton zich toch weer op het stuwmeer te bevinden. ‘De ondernemer is bij de commissie bekend, maar in het kader van privacy maken wij niet bekend wie het is. Het is verboden om uit het stuwmeer goud te winnen. De eigenaar is dan ook in overtreding. Hij zal geen toestemming krijgen om daar werkzaamheden te mogen verrichten. Inmiddels is de Procureur Generaal ingeschakeld om via dwang de pontoneigenaar te dwingen het meer te verlaten.’

Registratie
Volgens Dompig zijn er in 2011 ruim 10.000 goudzoekers door de commissie geregistreerd. Hij is tevreden over de registratie. In totaal zijn er ongeveer 30.000 goudzoekers actief. Verder liet Dompig weten dat zo’n 200 machinehouders zijn geregistreerd. Deze mensen moeten nu belasting betalen. ‘De staat ontvangt dus nu inkomsten die indirect zijn voortgekomen uit de werkzaamheden van de commissie. Onze begroting in 2011 was tussen de 10- en 14.000 srd', aldus Dompig.

Bezochte goudvelden
Onlangs heeft de commissie Benzdorp ‘geordend’. ‘De ordening verliep rustig en naar tevredenheid’, aldus Gerold Dompig. ‘Maar, er moet nog veel in dit goudzoekersdorp gebeuren. Zo zijn er ongeveer 2.500 illegale Brazilianen aan het werk en die moeten binnenkort een traject in gaan om gelegaliseerd te worden. Daarnaast zijn er serieuze problemen, zoals de milieuverontreiniging door het gebruik van kwik, er is geen elektriciteit en er is prostitutie. Het Bureau Openbare Gezondheidszorg en andere instanties moeten in Benzdorp aan het werk om de leef- en werksituatie gezonder te maken.’
Over Maripaston verklaarde Dompig dat de algemene situatie daar nu rustig is, maar dat de problemen nog niet helemaal zijn opgelost.
In 2012 moeten nog de goudvelden te Saramacca, Kraboedoin en Sarakreek door de commissie worden bezocht en geordend.

maandag 19 december 2011

Foutencircus bij De Ware Tijd door incompetente hoofdredactie

Falende hoofdredacteur heeft geen oog voor kwaliteit

19-12-2011 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Met plezier en instemming lees ik eindelijk het boek ‘Het komt nooit meer goed’ van de eigenzinnige en goedgebekte drs. Julian S. With. Het in eigen beheer uitgegeven driehonderdenvierenveertig pagina’s tellende amusante boek, leidde een aantal maanden geleden in Suriname tot de nodige felle reacties. With was in september naar Suriname gereisd om tijdens een paar lezingen zijn boek te promoten en te verkopen. Vooral de toonzetting van With en zijn directe en nuchtere wijze van benadering van zaken oogsten nogal wat kritiek. Veel Surinamers zijn niet gewend aan kritiek en kunnen er nauwelijks mee omgaan. Toch, wie even de moeite neemt om door de ongenadige toonzetting van With te prikken, kan niet anders dan concluderen dat de man het simpelweg bij het rechte eind heeft.

De Ware Tijd amateuristisch
Ik wil mij hier – logischerwijs – beperken tot het hoofdstuk ‘Meredith Helstone: de incompetentste en onbeschaafdste hoofdredacteur die De Ware Tijd ooit gehad heeft’. Het hoofdstuk lezende kan ik een bevestigende glimlach niet onderdrukken. With heeft gelijk met zijn uitgesproken kritiek op de inhoudelijke kwaliteit van deze krant en de hoofdredactionele kwaliteiten van Helstone.
Hij somt een scala van fouten op die – werkelijk – dagelijks terug te vinden zijn in De Ware Tijd. Dat aantal fouten doet vermoeden dat de krant niet beschikt over een adequate hoofdredacteur en/of eindredacteur. Een aantal malen heb ik mij – eigenlijk naief tegen beter weten in - via email opgeworpen als kandidaat sollicitant voor de functie van eindredacteur. Ik heb immers de ‘arrogante’ gedachte er zeker van te zijn dat het aantal fouten in De Ware Tijd dagelijks drastisch zal dalen zo niet geheel zal verdwijnen als ik eindredacteur zou zijn. Maar, nooit heb ik welke reactie dan ook mogen ontvangen.

Meredith Helstone wil kennelijk haar krant laten voortmodderen op het huidige amateuristische niveau, waarbij het zorgdragen voor een goede inhoudelijke kwaliteit kennelijk niet in de taakomschrijving van de hoofdredacteur voorkomt. Nog afgezien van de dagelijkse hoeveelheid fouten in de krant, is er totaal geen sprake van kritische, onafhankelijke (onderzoeks)journalistiek. Zo heeft bijvoorbeeld tot heden geen enkele journalist op kritische wijze bericht over de Amerikaanse goudmijnmultinational Newmont die op dit moment onderhandelingen met de Surinaamse regering voert over haar plannen om twee goudmijnen op te zetten in het Nassau Gebergte, dat een unieke biodiversiteit rijk is. Geen enkele journalist heeft bericht over de problemen die Newmont nu ondervindt in Peru, Ghana, Indonesië en Australië. Kennelijk mag de gewone Surinamer niet geïnformeerd worden over het schenden van rechten van inheemsen door Newmont en het aanrichten van aanzienlijke milieuschade. Suriname mag niet weten wat haar wellicht te wachten staat.

Journalistiek beoefenen moet hobby zijn
Ook bekruipt mij wel het eens het gevoel dat de journalist van een artikel nauwelijks begrijpt wat hij of zij zelf heeft geschreven, zoals berichtgeving over CO2-compensatiegelden en REDD+. Zelden tot nooit wordt door een journalist in begrijpelijke taal aan de lezer uitgelegd wat bijvoorbeeld REDD+ is., waarschijnlijk niet omdat de journalist het zelf niet kan uitleggen, het zelf niet begrijpt. Verder wordt met regelmaat bewust of onbewust verzuimd om bij overname van artikelen uit andere, buitenlandse, media de nieuwsbronnen te vermelden.

Surinaamse journalisten werken tijdens kantooruren: daarna wordt de journalistiek uit het oog verloren, wordt niet gewerkt aan artikelen, wordt geen onderzoek gedaan. ‘Daar word ik niet voor betaald’, zal de reactie van menig Surinaams journalist zijn. Ik ben opgegroeid met het motto dat een journalist vierentwintig uur per dag en zeven dagen in de week journalist is. Het werk moet een hobby zijn. Je moet het leuk vinden om mensen van nieuws te voorzien en nieuwsvoorziening stopt niet om drie- of vier uur ’s middags of je dat nu doet als journalist, blogger of 'gewoon' schrijver zoals ik.

Ongenadig
In zijn boek krijgt Helstone er van With ongenadig, maar wat mij betreft terecht, van langs.
With: ‘(...) Helstone is een ramp voor De Ware Tijd, omdat ze de deskundigheid mist om slecht geschreven artikelen af te keuren, dus worden de lezers bijna dagelijks geconfronteerd met artikelen in die krant die zelfs door een eerstejaarsstudent journalistiek zouden worden geweigerd. (...) Die weigert artikelen van goede schrijvers en biedt ruimte aan anderen die koeterwaals produceren. (...) Ridicule fouten in artikelen van medewerkers en publicisten in de krant zijn niet goed te praten. Toch komen die eerder in aanmerking voor vergiffenis dan de blunders in de redactionele commentaren waarvoor Helstone direct verantwoordelijk is.
Vanwege haar taalhandicap verwordt het belangrijkste onderdeel van de krant tot een lachwekkend product. (...) Als ik een hele jaargang van de krant kritisch zou lezen, dan zou ik honderden pagina’s kunnen vullen met de krakkemikkige taal die onder het hoofdredacteurschap van mevrouw Meredith Helstone in de redactionele commentaren van de krant gepubliceerd wordt. (...)’

Belabberde kwaliteit
De kritiek van With op de hoofdredacteur van De Ware Tijd mag dan wellicht wat ongenuanceerd overkomen en kort door de bocht, maar in essentie legt hij zijn vinger op de zere plek: journalistiek in Suriname staat nog in de kinderschoenen. Inhoudelijke kwaliteit is ver te zoeken, zo niet onvindbaar. Prijsschieten op fouten. Niet openstaan voor bijdragen van goede journalisten en voor goede objectieve en onafhankelijke journalistiek.
Zolang kranten als De Ware Tijd daar niet voor openstaan, zolang blijven die kranten aanmodderen en een belabberde kwaliteit leveren.

Wat mij betreft verschijnt in een eventuele herdruk van het boek van With een soortgelijk hoofdstuk, maar dan over de hoofd- of eindredactie van en inhoud van de Surinaamse nieuwswebsite Starnieuws.....

vrijdag 16 december 2011

Niets en niemand houdt Suralco/Alcoa uit Nassau Gebergte

Opinie - Suriname plaatst zich buiten de werkelijkheid

16-12-2011 door: Paul Kraaijer


Tijdens een aantal informatiebijeenkomsten in het land heeft het bauxietmijnbedrijf Suralco/Alcoa belangstellenden geïnformeerd over de uitkomsten van de Environmental and Social Impact Assessment (ESIA) van haar Nassau Project. Tijdens de bijeenkomsten stond vooral centraal de geplande aanleg van een ruim honderdenvier kilometer lange transportweg van de geplande bauxietmijn op het Nassau Plateau in het Nassau Gebergte naar de raffinaderij te Paranam.

Surinaamse media hebben niet tot nauwelijks inhoudelijk over de bijeenkomsten bericht.

Vermeende onafhankelijkheid ERM
Suralco/Alcoa gaf, samen met het Amerikaanse consultancybureau Environmental Resources Management (ERM), een toelichting op het door het bureau opgestelde ESIA-rapport. We kunnen er vanuit gaan dat het bedrijf niets doet met de tijdens de bijeenkomst door aanwezige belangstellenden gemaakte kritische opmerkingen. Immers, de geplande voor het bedrijf belangrijke bauxietmijn gaat er komen, koste wat het kost.

Opmerkingen van ERM over haar onafhankelijkheid tijdens de bijeenkomst, kunnen uiteraard met een grote korrel zout worden genomen. Een milieurapport opgesteld door het door Suralco/Alcoa zelf ingehuurde bureau ERM, doet vermoeden dat dat rapport niet als objectief en onafhankelijk kan worden beschouwd. Niemand verwacht dat ERM een rapport presenteert waarvan de inhoud nadelig zou zijn voor opdrachtgever Suralco/Alcoa.

Schande
Het is jammer dat Suralco/Alcoa ongestoord en ongehinderd door wie of wat dan ook haar bauxietmijnplannen in het unieke Nassau Gebergte kan voortzetten. Het is eigenlijk een schande dat er nauwelijks verzet tegen de plannen is.
Natuurbeschermingsorganisaties houden zich muisstil.
Wellicht durven ze niet te ageren tegen bedrijven als Suralco/Alcoa.
Wellicht zijn ze bang voor verstoring van de goede relatie met de regering.
Wellicht is geld ook voor deze organisaties belangrijker dan werkelijke bescherming van de Surinaamse biodiversiteit.
Suriname is wereldwijd tijdens allerlei internationale bijeenkomsten aan het lobbyen om compensatiegelden te mogen ontvangen voor het door de regering gevoerde vermeende duurzame bosbeheer.
Maar, hoe verhoudt dat lobbyen zich met de ophanden zijnde mijnbouwplannen in het Nassau Gebergte? Hoe is het mogelijk dat diezelfde regering gaat toestaan dat een gebied, dat rijk is aan een unieke biodiversiteit, getroffen gaat worden door aanzienlijke vernietiging van die biodiversiteit door bedrijven als Suralco/Alco en het Amerikaanse Newmont dat twee goudmijnen in het gebied wil gaan exploiteren?? Suriname plaatst zich hiermee in het wereldwijde spectrum van natuurbeheer en bosbehoud buiten spel en buiten de werkelijkheid.

Immers...
Ja, natuurlijk bauxiet en vooral goud zijn belangrijke bronnen van inkomsten voor Suriname. Maar, het land, de regering, zou er beter aan doen om bijvoorbeeld te investeren in de toeristensector, de agarische- en tuinbouwsectoren in het verlengde daarvan het tropisch regenwoud te beschermen.
Immers, die sectoren kunnen zorgen voor een aanzienlijke instroom van buitenlandse valuta.....
Immers, die sectoren hebben toekomst.
Immers, binnen een aantal jaren zijn zowel Suralco/Alcoa als Newmont uitgemijnd in het Nassau Gebergte en blijft een groot vernietigd stuk natuur over en is de biodiversiteit onherstelbaar beschadigd.

Suriname wordt wakker en bescherm uw unieke biodiversiteit.