
28-04-2007 door: Paul Kraaijer
Zwolle, Nederland, 28-04-2007 – Het lidmaatschap van Suriname van de International Whaling Commission (IWC) roept vragen op. Immers, waarom zou een land als Suriname lid zijn van een internationale organisatie die zich richt op de gang van zaken rond onder andere de walvisvangst? Suriname is zelf niet bekend met walvisvangst, walvisvlees wordt in het land niet gegeten en het land doet zelfs niet aan het zogenoemde ‘whale watching’.

Het stemgedrag van de Surinaamse vertegenwoordiger heeft de afgelopen jaren de aandacht getrokken in negatieve zin. Jaswant Sahtoe bleek ieder jaar exact hetzelfde stemgedrag te hebben als Japan. Japan wil dat het verbod op de commerciële walvisvangst wordt opgeheven. Suriname staat hierin achter Japan. Maar waarom?
Geruchten zoemden rond.
Japan zou Suriname omkopen.
Opvallend is het aantal kleine lidstaten sinds 2000 in de IWC. In 1999 verklaarde Japan dat het zou gaan werken aan een toename van zijn aantal vrienden in de IWC. Dat is gelukt gelet op het lidmaatschap sinds 2000 van Nicaragua, Ivoorkust, Mongolië, Tuvalu, Mali, Kiribati, Gambia, Nauru, Kameroen, Togo, Cambodja, Mauritanië, Marokko, Gabon, Benin, Palau, de Marshall Islands en Suriname.
Japan blijft ontkennen dat zij stemmen heeft gekocht om daarmee te streven naar opheffing van het verbod op commerciële walvisvangst.
Maar, algemeen wordt aangenomen dat Japan alle kosten vergoed voor het IWC-lidmaatschap van nieuwe leden en de kosten die de nieuwe lidstaten moeten maken om deel te kunnen nemen aan de jaarlijkse vergaderingen van de commissie. Het is verder bekend dat het Japanse Visserij Agentschap bepaalde landen financieel ondersteund. Zo werd in februari van dit jaar bekend dat Japan aan Suriname een bedrag van 7 miljoen US dollar schenkt voor de bouw van een visserijcentrum.
De Japanse vertegenwoordiger in de IWC beweerde op 23 april nog dat beschuldigingen over omkoping ‘een belediging is van de soevereiniteit van de lidstaten van de IWC om te stemmen zoals zij wensen’.
De afgelopen jaren is door Japan echter diverse malen erkend dat zij aan bepaalde landen steun biedt vanwege belangen in de IWC.
In juli 2001 erkende Maseyuku Komatsu van het Japanse Visserij Agentschap tegenover ABC TV in Australië, dat Japan landen hulp biedt en dat die hulp een ‘belangrijk stuk gereedschap is’ om steun te verkrijgen voor het hervatten van de commerciële walvisjacht. ‘Japan has to use tools op diplomatic communications and promises of overseas development aid to infuence members of the International Whaling Commission’, aldus Komatsu in de Britse krant The Guardian op 19 juli 2001.

Op 18 juli 2005 deed ook de toenmalige IWC-vertegenwoordiger voor de Solomon Islands, Albert Wata, een uitlating over Japanse steun in ruil voor een stem. Wata verklaarde op ABC TV (Australië): ‘The Japanese pay the government’s subscriptions. They support the delegations to the meetings in terms of meeting airfaires and per diem.’
In april 2002 werd duidelijk dat Japan geld had geschonken aan de regering van Grenada voor de International Whaling Commission. Het voormalige lid van de IWC voor Grenada, Michael Baptiste, verklaarde met dat geld betaald te zijn.
Atherton Martin nam in juli 2005 ontslag als minister van Visserij op Dominica, omdat zijn land in de IWC tegen een voorstel had gestemd voor een beschermd walvisgebied. Het Kabinet was daar echter voorstander van. Later bleek dat er onduidelijkheden waren rond de financiering van deelname aan de IWC door de Dominica-vertegenwoordiger. Volgens Martin kon niemand in de regering aangeven hoe de deelname aan de IWC werd bekostigd. ‘I don’t think the international legal community has come up with a term yet to describe this blatant, purchasing of small country governments by Japan.’

Inmiddels is de Surinaamse overheid benadert met het verzoek om openheid van zaken te geven met betrekking tot het bekostigen van het IWC-lidmaatschap.

De argumenten zijn slechts een herhaling van de propaganda van het Japanse Visserij Agentschap, aldus Schvartzmann. (Schvartzmann: ‘All arguments about whaling that Suriname Government have been using are false, and never were published in any scientific peer review paper, they are only a repetition of Japan Fisheries Agency propaganda.’)
De hardnekkigheid waarmee de Surinaamse overheid blijft volhouden dat van enige vorm van omkoping door Japan in de IWC geen sprake is, is opvallend. De afgelopen jaren blijken voldoende feiten boven water te zijn gekomen, waaruit blijkt dat Japan IWC-lidstaten aan zich wil binden in ruil voor met name financiële steun. Inmiddels staat Suriname alleen als Latijns Amerikaans land met haar steun aan Japan in de IWC. De lidstaten Brazilië, Chili, Argentinië, Nicaragua, Panama en Belize zijn tegenstanders van de jacht op walvissen.

Bij deze bijeenkomst waren ook regeringsvertegenwoordigers aanwezig van Ecuador, Guatemala en de Dominicaanse Republiek en diplomaten van de ambassades van Colombia, Uruguay en Venezuela. ‘Whale watching’ toerisme is een belangrijke bron van inkomsten geworden. Deze vorm van toerisme moet volgens de ‘Buenos Aires Groep’ worden gestimuleerd. Verder blijven zij fel gekant tegen de hervatting van commerciële walvisvangst en pleiten zij voor beschermde gebieden voor walvissen in de zuidelijke Atlantische Oceaan en het zuidelijke deel van de Stille/Grote Oceaan. Chili wordt de gastheer voor de 60e jaarlijkse vergadering van de IWC in 2008.
Opvallend is dat bij deze 'Buenos Aires Groep' Suriname ontbreekt…..
Jaswant Sahtoe was niet voor een reactie bereikbaar.