dinsdag 21 februari 2017

Coen van Galen van Romeinse vrouw naar Surinaamse slaaf

Deventenaar Van Galen aangenaam verrast door aandacht voor project digitalisering slavenregisters Suriname

'Ik prefereer roti boven een Deventer koek, of nog beter, doe mij maar een lekkere moksi meti speciaal'

21-02-2017  De Surinaamse Krant


Plotseling zoemde in Nederland en in Suriname de naam van ene Coen van Galen, historicus, rond. Een docent oud geschiedenis en sociale geschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen die medio januari gestart is met het crowdfundingproject 'Help mee! Maak de Surinaamse slavenregisters openbaar’. Inmiddels is hij welhaast een bekende Nederlander aan het worden en is de naam van het project een begrip aan het worden. Het rondzoemen ging snel over in rond gonzen. Het is een storm geworden, die nog niet is gaan liggen. De Deventenaar wil samen met de aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname verbonden historicus en oud-minister Maurits Hassankhan de slavenregisters in het Nationaal Archief Suriname te Paramaribo digitaliseren, openbaar maken. Deze registers – in totaal gaat het om zo'n 80.000 personen – zouden een onthullend inzicht geven in de levens van mensen in slavernij tussen 1830 en de afschaffing van de slavernij in 1863. De slavenregisters zijn uniek in de wereld, een monument voor het Surinaams-Nederlandse slavernijverleden. Voor het project zijn echter financiën en menskracht nodig.

De start van het project leverde een voor de Deventenaar onverwachte, maar zeer welkome, vloedgolf aan publiciteit op. Maar, wie is deze oud-redacteur bij onder andere de regionale (Overijsselse) omroep RTV Oost Coen van Galen? En waarom zijn aandacht voor slavernij in Suriname, terwijl hij in mei vorig jaar nog promoveerde op een onderzoek naar Romeinse vrouwen?

'In 2004 ben ik naast mijn werk geschiedenis gaan studeren in Nijmegen. Dat beviel wederzijds zo goed, dat ik na mijn afstuderen in 2009 aan de Radboud Universiteit Nijmegen mocht blijven en een baan kreeg als docent/promovendus. In mei 2016 ben ik gepromoveerd op mijn onderzoek naar Romeinse vrouwen. Sindsdien werk ik in Nijmegen als universitair docent sociale geschiedenis', zo zegt hij tegenover de redactie van De Surinaamse Krant.

'Geen ander land in de wereld waar zoveel informatie over het leven van mensen in slavernij in de archieven te vinden is als in Suriname' 
Maar, hoe raak je na de Romeinse vrouw zo geïnteresseerd in de Surinaamse slaaf? Dat lijkt toch op het eerste gezicht een onoverbrugbaar – een wereld van – verschil, maar niet volgens Van Galen.

'Voor mij is de afstand tussen Romeinse vrouwen en Surinaamse slavenregisters niet zo groot. Ik ben vooral geïnteresseerd in de geschiedenis van mensen die meestal vergeten worden in de geschiedenisboeken, mensen die vaak buiten beeld blijven, omdat alle aandacht gaat naar de grote heren – het zijn meestal mannen - die de baas mogen spelen. Voor mijn promotieonderzoek heb ik gekeken naar de rol van vrouwen als burgers in het oude Rome. Die worden meestal buiten beschouwing gelaten, omdat onbewust vaak wordt gedacht dat alleen mannen 'echte' Romeinen waren. Ik heb laten zien, dat vrouwen een grote en veel centralere rol speelden in de Romeinse wereld dan meestal wordt gedacht. Zo zie ik de positie van slaafgemaakte mensen in Suriname ook. Mensen in slavernij spelen een belangrijke rol in de wereldgeschiedenis, maar zijn meestal onzichtbaar, omdat alle aandacht uitgaat naar slaveneigenaren. Gelukkig zijn er in Suriname zulke uitgebreide archieven uit de 19e eeuw, dat het mogelijk is om de levens van mensen in slavernij tot in detail zichtbaar te maken. Dat is uniek: voor zover ik weet is er geen ander land in de wereld waar zoveel informatie over het leven van mensen in slavernij in de archieven te vinden is.'

Van Galen zegt, dat hij ruim anderhalf jaar geleden van collega's over de slavenregisters van Suriname hoorde en dat al jaren het plan bestond om ooit eens een historisch onderzoek naar de slavenregisters te doen. Dat is echter nooit van de grond gekomen.
'Ik ging me er in verdiepen en werd eigenlijk een beetje boos dat dit was blijven liggen. Niet alleen zijn de slavenregisters een hele mooie bron voor onderzoek, ik realiseerde me ook dat dit veel meer is. Ik besefte me, dat de slavenregisters belangrijk zijn voor de moderne samenleving, omdat het mensen kan helpen om hun wortels te vinden en omdat het inzicht geeft in wat slavernij met mensen doet.'

Plan in vrije tijd voorbereid en georganiseerd
Zijn plotselinge interesse in de slavenregisters deden hem besluiten een plan op te gaan zetten om die registers te digitaliseren en in een database beschikbaar te maken, zowel voor het publiek als voor wetenschappelijk onderzoek. Tegelijkertijd bedacht hij zich, dat hij dit niet alleen moest doen, maar in samenwerking met andere onderzoekers in Nederland en Suriname. 'Ik heb contact gezocht met Maurits Hassankhan van de Anton de Kom Universiteit van Suriname en die was direct enthousiast. Hij liep zelf al veel langer met het plan rond om de slavenregisters te digitaliseren. Als historicus heeft hij er al vanaf de jaren '90 naar gestreefd om de slavenregisters en andere archiefstukken te digitaliseren en in een database onder te brengen. Toen ik hiermee begon heb ik dan ook direct contact met hem opgenomen en we zijn al heel snel tot een samenwerking gekomen. Samen hebben we onze schouders er onder gezet en zijn we dit project gestart, hoewel er geen budget voor was. We hebben dit in onze vrije tijd voorbereid en georganiseerd.'

Over hoe het contact tussen beide historici is ontstaan, laat Hassankhan weten, dat hij bijna een jaar geleden een e-mailbericht van Coen ontving, met de mededeling dat vanuit de vakgroep Historische demografie belangstelling bestond om de slavenregisters op korte termijn te laten digitaliseren ten behoeve van een database in het kader van de levensloopbenadering in de geschiedschrijving. 'Hij verwees naar een bespreking die ik in december 2012 heb gehad op het IISG (red. Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis) in Amsterdam en wel op initiatief van Huub Everaert, die op een geschiedenissymposium in Suriname in oktober 2012 de levensloopbenadering in de geschiedschrijving in Suriname introduceerde. Op het symposium werd enthousiast gereageerd op deze benadering en als uitvloeisel daarvan werd in december 2012 de bovenbedoelde bespreking in Nederland georganiseerd met een aantal deskundigen. Daarbij werd een plan besproken om een grote database aan te leggen waaruit de levensloop van personen en families gevolgd kon worden. Zo'n plan kost echter veel geld en het idee bleef toen liggen totdat ik in januari 2016 het telefoontje kreeg van Coen van Galen.'

Over de staat waarin de registers verkeren, zegt de Surinaamse historicus, dat hij zelf geen deskundige op het gebied van de slavenregisters is, maar dat hij uit de beschrijving die hij heeft gezien heeft begrepen, dat de meeste registers in een goede tot redelijke staat verkeren en daardoor makkelijk gescand kunnen worden. 'Voor de lezers en het publiek is het van belang te weten, dat in de slavenregisters namen staan van alle slaven die er in Suriname waren. Daarin werden alle veranderingen in het bestand geregistreerd, zoals geboorte, overlijden, verkoop, et cetera. Elke eigenaar moest elk jaar de gegevens verstrekken, opdat goed werd bijgehouden hoeveel slaven er waren en hoe iemand aan een slaaf of tot slaafgemaakte was gekomen. Deze maatregel was ingevoerd om de smokkelhandel in slaven te bestrijden. De slavenregisters zijn bijgehouden van 1830 tot 1863. Dit betekent dat over de hele periode een schat aan informatie is opgeslagen in de registers.'

'Surinaamse slavenregisters hebben echt mijn hart gestolen'
'Romeinse vrouwen zijn mijn eerste (onderzoeks)liefde, maar de Surinaamse slavenregisters hebben echt mijn hart gestolen. Ik blijf als historicus zeker ook werken in de Oudheid, maar mijn voorkeur gaat er naar uit om verder te gaan met de slavenregisters. Ik denk dat daar heel veel boeiend onderzoek naar kan worden gedaan, bijvoorbeeld over de manieren waarop slavernij het leven van mensen beïnvloedde. Bovendien hou ik er van als mijn onderzoek maatschappelijk relevant is. En over het maatschappelijke belang van het beschikbaar maken van archiefbronnen over het slavernijverleden kan geen twijfel bestaan!'

De Deventer historicus is overigens wel verrast door de publicitaire aandacht voor het project. Hij zegt, dat hij gehoopt had op de nodige aandacht, vooral vanwege het werven van gelden via crowdfunding. Maar, hij is bijna iedere week wel ergens te zien of te horen in Nederland. 'Vorige week dacht ik al dat de media-aandacht wel over zou zijn, maar het wordt eerder meer dan minder. En waar ik heel blij om ben is, dat het zo rondzingt op Facebook en Twitter. Daardoor worden mensen bereikt die ik helemaal niet ken, maar die wel steunen. Ik denk dat slavernij en ons slavernijverleden veel meer leeft dan ik had verwacht. Waar ik heel blij mee ben is de positieve houding die de meeste mensen hebben over het project. In het begin waren er wel wat afwachtende reacties van mensen die zich afvroegen of de overheid dit eigenlijk niet zou moeten betalen, maar afgelopen weken krijg ik eigenlijk alleen nog maar volop steun: inmiddels hebben zich al meer dan 550 mensen zich aangemeld als donateur of vrijwilliger. Dat is toch een fantastisch resultaat!'



Maar, die publicitaire aandacht heeft ook een negatief effect. In deze tijd van communicatie (internet, IPhone, social media) zijn mensen snel geneigd om anderen met een boodschap die hun niet welgevallig zijn anoniem te bedreigen, te beledigen, te stalken, enzovoorts. Dat is ook gebeurd bij Van Galen, zo laat hij weten. Maar, hij weet hier luchtig en relativerend mee om te gaan. 'Oh ja, ik heb afgelopen dagen de eerste dreigmails gehad van boze witte oude mannen die vinden dat al die aandacht voor het slavernijverleden allemaal maar onzin is. Ik zie dat als een teken, dat onze campagne serieus wordt genomen, want tegenwoordig hoor je er niet meer bij zonder minimaal een paar dreigreacties.'

Crowdfunding loopt als een trein
Met de crowdfundingactie op het internet verloopt het als een trein. Er was donderdag 16 februari al 19.500 euro binnen van de benodigde 25.000 euro en maandag 20 februari was de grens van 25.000 euro gepasseerd:


Van Galen: 'We hebben wel al genoeg vertrouwen in de goede afloop, zodat we het Nationaal Archief Suriname gevraagd hebben om het scannen van de slavenregisters te starten. Dat gaat een aantal maanden duren. Eind april hopen we de eerste lading scans te krijgen en dan kunnen we de slavenregisters-pagina starten op de website Velehanden.nl. De scans komen dan op deze website en onze vrijwilligers zullen dan de informatie uit de scans overtikken in een database. Dat moet, omdat de teksten in de slavenregisters handgeschreven zijn kan dat niet geautomatiseerd. Dit overzetten gaat een klein half jaar duren, vermoedelijk tot eind september. Dan worden de publieksdatabase en de onderzoeksdatabase geconstrueerd. Vóór de zomer van 2018 willen we de databases klaar hebben, zodat we die kunnen presenteren in Suriname en tijdens Keti Koti 2018.'

Hoe gaat het met het aantal personen dat zich via de website aanmeldt om aan het scannen van de registers mee te werken? 'Heel goed, op dit moment hebben zich zo'n 320 mensen aangemeld als vrijwilliger om mee te werken, en daar komen er dagelijks nog zo'n tien bij. Maar ook hiervoor geldt, dat er vele handen nodig zijn om dit project te laten slagen, dus meldt u zich alstublieft aan als vrijwilliger via onze website www.ru.nl/slavenregisters.'

Naast de crowdfunding, wat is de eventuele (financiële) inbreng van de Radboud Universiteit en de Anton de Kom Universiteit van Suriname en/of anderen?
'Het hele project voor de digitalisering van de slavenregisters en het maken van de databases kost 80.000 euro. Daarvan is 55.000 euro binnengekomen via een subsidie van 40.000 euro van het Prins Bernhard Cultuurfonds die we samen met de Stichting voor Surinaamse Genealogie hebben aangevraagd. Daarnaast is er 10.000 euro subsidie toegekend door een wetenschapsfonds en heeft de Radboud Universiteit 5.000 euro in het project gestoken en dat is nog los van alle uren en voorzieningen die door de Radboud Universiteit worden betaald. De 25.000 euro waarvoor we de crowdfunding zijn gestart is het laatste, cruciale deel dat nodig is om het project mogelijk te maken.'
Mocht er binnen het project geld overblijven of als er meer binnenkomt dan 25.000 euro, dan zal het resterende geld worden besteed aan bijvoorbeeld het digitaliseren van archieven over het vrije en vrijgemaakte deel van de Surinaamse bevolking, zoals het Burgerregister en de Burgerlijke stand van Suriname, maar ook aan de slavenregisters van de Antilliaanse eilanden', zegt Van Galen.

De Anton de Kom Universiteit van Suriname heeft niet de financiële middelen om het bijzondere project te kunnen ondersteunen. 'Maar', zo zegt Hassankhan, 'wij ondersteunen dit project vanwege verschillende redenen.'
'Het was vanaf 1997/1998 ons plan vanuit de universiteit in Paramaribo om een Historische Database Suriname (HDS) aan te leggen, waarin onder andere alle immigratieregisters en de slavenregisters zouden worden opgenomen. Vanwege het omvangrijke karakter van en de ingewikkeldheid van de materie zijn de slavenregisters niet in een database gezet, maar wel andere bronnen over slavernij, zoals het manumissieregister (Red. Hierin staan de bedragen waarvoor slaven vrijgekocht zijn – http://www.gahetna.nl/collectie/index/nt00340/achtergrond) en het emancipatieregister. Dit is gedaan door andere wetenschappers dan die van de Universiteit van Suriname. Al deze databases zijn intussen online te raadplegen via het Nationaal Archief Nederland en Nationaal Archief Suriname. Het doel dat wij, mijn persoon en Dew Baboeram, met wie ik in die tijd intensief heb gewerkt, beoogden was van tweeërlei aard, te weten genealogisch onderzoek door en voor de nakomelingen van de slaven en immigranten en wetenschappelijk onderzoek door gebruik te maken van databases in de computer.
Het eerste doel is voor een groot publiek van belang en de databases zijn heel populair bij het publiek. Het wetenschappelijk deel van de doelstelling moet echter nog benut worden.
Ik was daarom heel blij met het initiatief van de Radboud Universiteit in Nijmegen, omdat daar de expertise en de middelen zijn of zouden kunnen komen om de slavenregisters op te nemen in een groots database-project waarin verschillende databases met elkaar gekoppeld kunnen worden voor wetenschappelijk onderzoek.
Vanuit onze studierichting hebben wij ook kenbaar gemaakt, dat wij graag op dit gebied zelf ook expertise willen opbouwen met de ondersteuning van de Radboud Universiteit. Daarvoor hebben wij voorlopige afspraken gemaakt die hopelijk op korte termijn zullen worden geformaliseerd in een Memorandum of Understanding voor samenwerking. In dit kader zullen ook onze mensen getraind en opgeleid worden.'

Plan voor onderzoek naar positie van mensen in slavernij
Op de vraag aan Van Galen of er naast de digitalisering plannen zijn voor bijvoorbeeld het schrijven van een onderzoeksrapport of wellicht een boek over het project en/of de slavenregisters, zegt de historicus, dat het primaire doel van de campagne is om de slavenregisters in een publieksdatabase en een onderzoeksdatabase voor iedereen toegankelijk te maken via internet. 'Dat is al een publicatie op zichzelf. Het is wel de bedoeling om er daarna ook onderzoek mee te doen.'
Hij laat weten geld te hebben aangevraagd bij het NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) in Den Haag, de organisatie die namens de Nederlandse overheid onderzoeksgeld verdeeld, voor een onderzoek naar de positie van mensen in slavernij. Een tweede aanvraag voor een groter project waarin zowel Nederlandse als Surinaamse geschiedkundigen kunnen promoveren is in voorbereiding. Daarnaast is hij in gesprek over een publieksboek over slavernij in Suriname. 'Of we het geld krijgen voor deze onderzoeken weet ik nog niet, dat hangt af van subsidiegevers. Gelukkig staat het doel van de campagne voor de slavenregisters los van het al dan niet doorgaan van het onderzoek. Als de crowdfunding slaagt, dan komt de publieksdatabase er in ieder geval!'

'Suriname heeft zulke mooie archieven, waarmee relatief weinig is gedaan'
'Nergens in de wereld is een tropische, koloniale samenleving zo gedetailleerd in de archieven vastgelegd als in Suriname'
Na voltooiing van dit project, heeft u wellicht iets nieuws op het oog in Suriname om eens als eerste onderzoek naar te verrichten?
'Dat is een volmondig ja. Suriname heeft zulke mooie archieven, waarmee relatief weinig is gedaan. Ik interesseer me in het leven van gewone mensen en ik zou graag de slavenregisters in één database willen combineren met andere archieven, zoals de Burgerlijke Stand, het Burgerregister, registers van contractarbeiders, de wijkregisters van Paramaribo, kerkarchieven en juridische archieven. Zo is het mogelijk om een hele rijke database te maken die het leven van de inwoners van Suriname volgt van bijvoorbeeld 1830 tot en met de eerste volkstelling in 1921. Zo kunnen we snappen hoe het was om vroeger in de tropen te leven. Dat zou echt unieke informatie opleveren, want nergens in de wereld is een tropische, koloniale samenleving zo gedetailleerd in de archieven vastgelegd als in Suriname. Mooie informatie voor geschiedschrijvers, maar ook mooie informatie voor iedereen die geïnteresseerd is in zijn eigen wortels. Dus mocht het zover komen, dan zal ook deze informatie zowel voor het publiek als voor wetenschappers beschikbaar worden gemaakt.'

'Er is veel werk aan de winkel'
Hassankhan deelt de visie van zijn collega Van Galen. 'Uiteraard zijn er heel veel archieven die voor digitalisering in aanmerking komen. Bij het Nationaal Archief Suriname hebben wij bijvoorbeeld de immigratieregisters die in een slechte staat verkeren, althans die van de 'Brits-Indiërs' en Chinezen. Verschillende delen zijn in de loop der tijden zoek geraakt of vernietigd. We hebben ook het archief van het Immigratiedepartement met een schat aan informatie, het archief van het Hof van Justitie of rechterlijke archieven, die voor een deel gered zijn bij een brand. Op de ministeries zelf zijn oudere archieven die volgens de wet thuishoren in het Nationaal Archief, maar nog niet zijn overgebracht en daardoor niet alleen niet toegankelijk zijn, maar tegelijk in vele gevallen verwaarloosd. De meeste archiefruimten op de ministeries voldoen niet aan de eisen waaraan een archiefruimte wettelijk moet voldoen. Er is dus veel werk aan de winkel.'

De Surinaamse historicus Hassankhan laat tot slot nog een kritische opmerking horen in de richting van beleidsmakers werkzaam voor de regering in Suriname.
'Er is nog een lange weg te gaan om al onze archieven die bij de overheidsdiensten en staatsbedrijven liggen, te ordenen en na selectie over te brengen naar het Nationaal Archief. Dan pas zijn de archieven toegankelijk gemaakt voor het publiek. Dat is een grote uitdaging in een tijd van economische crisis. In de meeste gevallen vinden beleidsmakers echter, dat archieven minder belangrijk dan ervoor te zorgen dat iedereen goed onderwijs geniet en een goede gezondheidszorg krijgt en niet in armoede leeft. Archieven worden dan de dupe, waardoor dit geheugen van het volk dreigt verloren te gaan.'



Deventenaar Coen van Galen lijkt in ieder geval in relatief korte tijd smoorverliefd te zijn geworden op Suriname. En is hij al in Suriname geweest?
'Ik ben afgelopen zomer naar Suriname geweest voor onderzoek naar de slavenregisters en om afspraken te maken met Hassankhan en met landsarchivaris mevrouw Tjien-Fooh van het Nationaal Archief Suriname. Daarnaast zijn Hassankhan en Tjien-Fooh ook enkele keren hier geweest voor gesprekken. Komend half jaar zal ik nog zeker twee keer naar Suriname gaan, zowel voor onderzoek als om college te geven aan de studenten bij de geschiedenisopleiding van de Anton de Kom Universiteit. De studenten spelen namelijk ook een rol bij het project, dat is niet alleen gericht op het maken van databases, maar ook op kennisuitwisseling tussen mijn universiteit, de Radboud Universiteit Nijmegen, en de Anton de Kom Universiteit van Suriname.'

Het slavenregistersproject zal ongetwijfeld niet zijn laatste project in het land zijn. Of er Surinaamse muziek in zijn woning te horen is? Ongetwijfeld. En hoe staat het met de Surinaamse keuken? Gaat zijn voorkeur uit naar een heerlijke Deventer koek of inmiddels toch naar een echte overheerlijke Surinaamse roti?
'Het is uiteraard Deventers trots, dus eigenlijk mag ik het niet zeggen, maar ik heb een hekel aan Deventer koek. Geef mij maar roti, of nog beter, een lekkere moksi meti speciaal.'

(Red. De Surinaamse Krant, 21 februari 2017 
Bron foto's: Maak de Surinaamse slavenregisters openbaar)