zondag 14 februari 2016

Den Blauwvinger: Het Surinaamse Kustwacht debacle

COLUMN: Drie boten tellende Kustwacht is nog steeds niet volwassen

Typisch des overheids Suriname: Eerst doen, impulsief handelen, en vervolgens pas wettelijke kaders 'regelen'

14-02-2016  Den Blauwvinger/De Surinaamse Krant


Het is eind maart 2009. Minister Ivan Fernald van Defensie is druk bezig met het treffen van voorbereidingen voor de opzet van een eigen Surinaamse Kustwacht. Nodig om piraterij tegen te gaan en om effectief op te kunnen treden tegen criminaliteit in de territoriale wateren, zoals drugssmokkel en illegale visserij. Een deel van de materiële uitrusting zou gefinancierd kunnen worden met Nederlands ontwikkelingsgeld, maar het wachten was vooral op aanpassing van de wetgeving. Vier jaar later. 

Het is 12 juni 2013. De eerste boot bestemd voor de in te stellen Surinaamse Kustwacht is vertrokken vanuit de Franse havenplaats Saint-Nazaire naar Paramaribo aan boord van het vrachtschip 'Martha'. Het is een van de drie patrouilleschepen die worden geleverd door de Franse scheepsbouwer OCEA in Les Sables d’Olonne Cedex voor het lieve sommetje van 16 miljoen euro. Het gaat om twee boten met een lengte van 22 meter en een bemanning van acht man en een boot van 32 meter met een bemanning van tien personen.

Tandeloze tijger van Binnenlandse Zaken naar Defensie...
Het is 7 februari 2016. De drie boten van de Kustwacht liggen bijna constant werkloos aan de kade. Door een tekort aan geld en het nog steeds ontbreken van de noodzakelijke wetgeving is het lastig werken voor de Kustwacht. Daarenboven blijken ze niet echt geschikt te zijn om controle uit te voeren in de uitgestrekte Surinaamse kustwateren....alsof men dat niet wist voor de aanschaf van de boten. Slechts in bijzondere gevallen wordt een sloep of bijboot van de Kustwacht er op uitgestuurd om inspectie uit te voeren.
Door het ontbreken van wetgeving mag niet direct gebruik gemaakt worden van wapens, indien dat nodig zou zijn. Daarvoor moet het Openbaar Ministerie toestemming geven. Door de huidige status kan de Kustwacht ook niet met andere landen samenwerken.
De Kustwacht is dus eigenlijk als een blaffende hond die niet bijt, een tandeloze tijger, aan handen en voeten gebonden dus. Er kan eigenlijk nog nauwelijks gesproken worden van een Kustwacht. Maar, de minister van Defensie, Ronni Benschop, lijkt plotseling de hond te willen laten bijten en de tijger van tanden te voorzien. Hij wil maar wat graag de schepen onder zijn verantwoordelijkheid krijgen. Nu zijn ze een 'pakkie an' voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en dat lijkt geen juiste combinatie.


Toch wil hoofd Kustwacht twee nieuwe schepen
Op dit moment zouden zo'n 45 mensen in dienst zijn van de Kustwacht en deze maand wordt gehoopt op een nieuwe lichting personeel die een interne opleiding zal krijgen. Het hoofd van de Kustwacht, Jerry Slijngard, liet enige tijd geleden weten behoefte te hebben aan nog minimaal twee boten. Er zou een voorstel zijn voor de aanschaf van een boot met een lengte van 34 meter en een van 42 meter, die op de Antillen wordt gebruikt en 180 mijl uit de kust actief kan zijn en dat is volgens Slijngard nodig, omdat Staatsolie in het Surinaamse kustgebied actief is en die stelt veiligheid op zee als voorwaarde. Maar, door de huidige financiële situatie zijn de aankoopplannen uitgesteld tot 2017.

Slijngard moet het dus nog even blijven doen met zijn huidige drie boten. Voor zover uit mediaberichten kan worden afgeleid heeft de Kustwacht niet echt veel op haar conto staan sinds zij actief is en beschikt over een vlootje.

Een overzichtje laat zien dat op 24 juli 2014 leden van de Kustwacht het lijk van een man uit de Atlantische Oceaan hebben gevist. De man zou het slachtoffer zijn geweest van een overval door piraten. De Kustwacht enterde op zondag 30 augustus 2014 het schip 'Captain Nicolas' in Surinaamse wateren, nabij Boskamp in het district Saramacca. In het onderdek werd 72.640 liter diesel aangetroffen waarvan de kapitein geen documenten kon tonen.
Een onwel geworden bemanningslid, vermoedelijk getroffen door een hartaanval, aan boord van een Noors vrachtschip werd op zaterdag 17 januari 2015 van boord gehaald door de Kustwacht en overgebracht naar het Academisch Ziekenhuis in Paramaribo. Na deze actie liet Slijngard weten, dat de Kustwacht in 2014 vier grote reddingsmissies had uitgevoerd waarbij mensen uit het water moesten worden gevist. 'Alle die gevallen vonden laat in de avondplaats, waarmee we willen aangeven dat we alert zijn en altijd klaarstaan', aldus Slijngard.

In samenwerking met de Franse gendarmerie werden op 6 november 2015 drie Venezolaanse boten in beslag genomen en de bemanning aangehouden. Zij waren illegaal in Surinaamse kustwateren aan het vissen, in de omgeving van de Wia Wia bank, district Marowijne. Rond 21 november werd een Braziliaanse schoener met zes Brazilianen aan boord onderschept. Het schip had ongeveer een grote hoeveelheid sigaretten en zes grote tanks met diesel aan boord. De schoener werd door de Kustwacht opgemerkt als verdacht, omdat het geen Surinaamse vlag had gehesen, hetgeen internationaal verplicht is.

Het zijn allen relatief kleine wapenfeiten van een tot wasdom komende Kustwacht.

Vissers nog steeds vogelvrij
In de strijd tegen piraterij op zee heeft de Kustwacht – toch een van de speerpunten van de Kustwacht – echter nog weinig kunnen uitrichten. Surinaamse vissers zijn feitelijk nog steeds vogelvrij in de kustwateren, waar vooral Guyanese piraten actief zijn en met regelmaat vissers overvallen en vervolgens met de noorderzon kunnen vertrekken. Geen Kustwachtboot te bekennen. Nee, die ligt aan de kade, te wachten op betere tijden, op nieuwe schepen, op geld en mankracht en misschien op een nieuw, meer actief, leven onder de vlag van het ministerie van Defensie.

Hoogachtend,
Den Blauwvinger
14 februari 2016
Amsterdam-Paramaribo