zaterdag 7 november 2015

Den Blauwvinger: Conservation International Suriname bijt zich zonder natuurbeschermende argumenten vast in export zoetwater

COLUMN: Haalbaarheidsstudie moet CI-S in haar natte droom ondersteunen

Al in 2012 kreeg Zwitsers/Nederlands 'bedrijf' concessie om rivierwater te exporteren uit Suriname 

Plannen echter omringd door mist, onduidelijkheden, schimmige cijfers en veel, veel vraagtekens

07-11-2015  Den Blauwvinger/De Surinaamse Krant


Waarom stort de Surinaamse tak van de internationale natuurbeschermingsorganisatie Conservation International zich welhaast als een geobsedeerde bezetene op de export van zoetwater, oppervlaktewater, water uit in eerste instantie vooral de Coppenamerivier, water dat vanuit het schone diepe zuiden uiteindelijk vervuild de oceaan in stroomt? Hiermee wordt de natuur in Suriname toch echt niet beschermd, integendeel. 


Een organisatie als Conservation International Suriname (CI-S) zou beter tijd en energie kunnen steken in de bescherming van natuurgebieden en het tropisch regenwoud en de biodiversiteit in het land tegen met name de ongebreidelde – illegale – houtkap en kleinschalige en grootschalige goudwinningsactiviteiten (denk aan de te bouwen grote Surgold/Newmont goudmijn in het Meriangebied in het oosten van het land). Maar, waarom je als natuurbeschermingsorganisatie blindstaren op de export van water in samenwerking met een onduidelijk Zwitsers/Nederlands 'bedrijf' met de sprookjesachtige naam Amazone Resources? CI-S directeur John Goedschalk lijkt er in de media overigens moeite mee te hebben om goed uit te leggen waarom juist zijn organisatie zich zo bezighoudt met het issue export zoetwater. Wat is het belang van CI-S hierbij?

Hoe is beschermen van waterbronnen te rijmen met export van rivierwater?
Goedschalk (zie foto - Bron: eigen foto Red. De Surinaamse Krant) zei dinsdag 3 november bij de overhandiging van de uitkomsten van een haalbaarheidsstudie (kosten 100.000 Amerikaanse dollar volgens Goedschalk in de Ware Tijd van 30 maart van dit jaar) naar de economische potentie van de export van zoetwater, aan de minister van Natuurlijke Hulpbronnen, Regilio Dodson: 'We geloven in waterexport, omdat die sector alleen duurzaam zal zijn als we de waterbronnen beschermen. Bovendien kunnen we zo onze afhankelijkheid van sectoren, die zware druk leggen op de natuur, langzaamaan verkleinen.'
De reactie van Dodson: 'We gaan kijken naar de haalbaarheid voor het exporteren van water. Dat is de directe reden waarom dit project ondersteund wordt.' 

Maar, hoe is het beschermen van waterbronnen, in het diepe zuiden van het land, te rijmen met de export van rivierwater, dat haar oorsprong vindt in dat diepe zuiden? Hoe worden die bronnen beschermd? Het antwoord hierop is niet gegeven. Verder is het opmerkelijk, dat het rapport slechts in samenvatting is gepubliceerd op de website van CI-S (zie onderaan) en dat niemand openheid schijnt te willen geven over door wie de studie is uitgevoerd: door 'een onafhankelijk expert' is het antwoord. Geen enkele vermeend onderzoeker wordt bij naam genoemd of vermeld.

Overigens volgen er meer onderzoeken. De Nederlandse ambassade in Suriname heeft ruim 120.000 euro beschikbaar gesteld voor nader onderzoek naar de gevolgen van waterexport voor de natuur. Het Nederlandse kennisinstituut Deltares, gevestigd in Delft en Utrecht, voert dit onderzoek samen met de Surinaamse stichting Samarja uit. De natte droom van Goedschalk zal hij waarschijnlijk nog jaren blijven dromen.

Water in zakken over de oceaan slepen....
Volgende vraag, wat is feitelijk, in essentie, het plan? Men heeft voor ogen om door Amazone Resources – dat al in 2012 een concessie zou hebben gekregen van de Surinaamse overheid voor het aftappen van rivierwater – zoetwater af te laten tappen op een locatie, 30 kilometer van de monding van de Coppenamerivier. Vervolgens moet dat niet gezuiverde water in grote zakken over de oceaan worden getransporteerd naar de exportbestemming (en we dromen rustig verder), zoals het Caribisch eiland Barbados waar zoetwaterschaarste zou heersen. Amazone Resources zal volgens haar website minimaal 12 bn m3 aan zoetwater aftappen per jaar. Hiervoor zal het ‘royalties’ aan de staat betalen die de eerste 5 jaar 50% van de brutowinst en vanaf het 25ste jaar 80% van de brutowinst zullen uitmaken.

Veel cijfergegoochel maakt curieus waterexportplan nog schimmiger
Nog meer gegoochel met cijfers om 'de zin' van export van zoetwater te ondersteunen Met een afzet van water op onder andere Antigua, Haïti, Barbados, Bahama's en St Kitts & Nevis, welke tropische Caribische eilanden allemaal een tekort aan zoetwater zouden hebben, kan Suriname, volgens CI-S, rond de 4,5 miljard Amerikaanse dollar per jaar verdienen. Dit bedrag zou zelfs, als we de natuurbeschermingsorganisatie mogen geloven, vele malen hoger kunnen worden aangezien de 4,5 miljard dollar slechts van drie procent van het water dat nu wordt afgevoerd naar zee (151 miljard kubieke meter) berekend is. Elke Surinamer heeft de beschikking over 228.000 kubieke meter in tegenstelling tot iemand op bijvoorbeeld de Bahama’s die slechts over 57 kubieke meter beschikt. Gooi al die cijfers – waarvan de herkomst onduidelijk is – maar in mijn pet, zeggen we, de doorsnee lezers, dan.

Deskundige criticasters – zoals een CNN Hero en een hydroloog - niet op voorhand enthousiast over waterexportplannen
Hoe enthousiast Goedschalk ook moge praten en schrijven over zijn natte droom, er zijn ook deskundige criticasters die toch wel wat terughoudender zijn dan de CI-S-directeur en zij hebben, met hun achtergrond, iets meer recht van spreken dan iemand als de CI-S-directeur.

Zo zei de milieuactiviste en CNN Hero Monique Pool dinsdag 4 november in het Dagblad Suriname terecht: 'Zonder een gedegen milieustudie denk ik dat we er niet aan moeten beginnen. Het enige is natuurlijk dat de concessie al is afgegeven'. Alleen zo'n gedegen studie zou haar er misschien van kunnen overtuigen om er toch nog een voorstander van te worden. Pool meent voorts, dat het in een tijd van klimaatverandering geen verstandige stap is.
'De droge tijd houdt nu al veel langer aan. Er zou over een aantal jaren gemeten moeten worden hoeveel water we nu hebben en hoeveel water men zou kunnen onttrekken zonder dat dit ten koste van het milieu gaat.'
Er zou volgens haar minimaal vijf jaar lang onderzoek moeten worden gedaan naar de specifieke rivier, voordat men over kan gaan tot het weghalen van water uit het systeem.

Wie of wat is Amazone Resources....
Ook is Pool benieuwd naar wie er achter Amazone Resources zitten. Goedschalk heeft destijds de garantie gegeven, dat het bedrijf een gedegen achtergrond check zou moeten doorstaan alvorens besloten zou worden om wel of niet tot samenwerken over te gaan. 'Het hoofdkantoor van ons in Washington is nog bezig met een gedegen achtergrondonderzoek naar het bedrijf. Zolang dat niet is afgerond kan er geen sprake zijn van een formele samenwerking', aldus Goedschalk op 4 april van dit jaar in de Ware Tijd. Of dat onderzoek werkelijk heeft plaatsgevonden is niet bekend.
Volgens de website van Amazone Resources zijn ene Cor de Ruiter (honorair consul van Suriname in Nederland....(!)) en ene Floriska Hoogedoorn de personen achter dit 'bedrijf'. Maar, verdere informatie over genoemde personen ontbreekt op de website. Het 'bedrijf' is niet via een e-mailadres te bereiken. Hooge(n)doorn zou ook werken voor FC Corporate Services AG in het Zwitserse Zug zoals zou blijken uit deze internetlink.

Behalve Pool had de bekende hydroloog Sieuwnath Naipal zich al op 24 juli 2014 via de Ware Tijd negatief uitgelaten over exportplannen van zoetwater. Het rivierwater dat in zee terechtkomt heeft een natuurlijke functie. 'Het is onderdeel van het ecosysteem aan de kust. En daar mag je niet mee experimenteren', aldus Naipal. Er zou volgens hem tenminste behoorlijk wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd moeten worden.
Gaan Conservation Internationa Suriname en Amazone Resources de kritieken van de echte deskundigen ter harte nemen of gewoon op arrogante wijze volledig negeren? Waarschijnlijk het laatste, omdat blindstaarders zelden oog of oor hebben voor de mening van anderen.


Zit Barbados werkelijk te wachten op zakken vol vervuild Surinaams rivierwater?
Het land waar CI-S zich vooral op richt als toekomstige exportbestemming is het tropisch eiland Barbados. Een van de twee personen achter Amazone Resources, Cor de Ruiter, zei hierover zaterdag 4 april van dit jaar in de Ware Tijd:
'We zijn in gesprek met Barbados, de overheid daar heeft interesse in het zoete water van Suriname. Onze planning is om eind 2015 de eerste 20.000 kubieke meter daar naar toe te transporteren.' (let wel, pas op, dit – de eerste geplande export naar Barbados eind 2015 – wordt zelfs vermeld in de afgelopen week uitgebrachte haalbaarheidsstudie – hoe betrouwbaar is die studie?)
De keuze viel op de Coppenamerivier, aldus De Ruiter, omdat volgens hem aan die rivier amper activiteiten plaatsvinden waardoor 'het zeker is dat de waterkwaliteit maximaal is'.


Het klinkt allemaal leuk hoor, maar toch blijven er veel onbeantwoorde vragen. De Ruiter zei dus begin april, dat eind dit jaar de eerste 20.000 m3 zoetwater naar Barbados wordt gesleept in waterzakken. Had die heer De Ruiter geen rekening gehouden met allerlei maanden durende onderzoeken naar de economische en milieu-haalbaarheid van het plan? Dacht de heer De Ruiter werkelijk gewoon wat zakken te kunnen vullen met water uit de Coppenamerivier en er dan gewoon mee weg te kunnen varen?
Heeft Barbados al concreet een verzoek ingediend voor de ontvangst van een bepaalde hoeveelheid Surinaams rivierwater? Vragen hierover aan de Waterautoriteit op dat eiland (Barbados Water Authority), het parlement en de premier, Freundel Jerome Stuart, blijven - vooralsnog - onbeantwoord. Een veeg teken.

CI-S gaat de mist in verblind door dollartekens
Wat is überhaupt de ervaring van Cor de Ruiter met dit soort projecten? Waarschijnlijk nul, zero. En hiermee gaat CI-S in zee, letterlijk en figuurlijk, of de mist in..... Laten we vooralsnog van het laatste uitgaan (de mist in), ook en vooral vanwege de natuurbeschermende rol van CI-S, die in dezen toch wel ver te zoeken is, ondanks alle interessante, maar zonder veel concrete inhoud, woorden van directeur Goedschalk, een directeur die dollartekens in de ogen schijnt te hebben in plaats van de bescherming van de Surinaamse biodiversiteit. Natuurlijk, CI-S komt niet voor niets met haar waterplan op de proppen, er zal zeker iets aan de bekende strijkstok blijven hangen.
Een andere gemotiveerde - dan slechts een financiële - reden om met een dergelijk plan tevoorschijn te komen is vooralsnog niet in de mist van mooie woorden en vele cijfers te vinden.

Hoogachtend,
Den Blauwvinger
07-11-2015
Amsterdam-Paramaribo

De samenvatting van de zogenaamde haalbaarheidsstudie uitgevoerd in opdracht van CI-S en Amazone Resources door een niet nader genoemde onafhankelijke expert en 3 november overhandigd aan minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen: