Oprichter cassavefabriek IAP Robert Power kan ook aloë vera-project niet van de grond krijgen
Gonsalves Jardin da Ponte kan fluiten naar beetje overheidssteun voor welslagen leguanenboerderij
06-10-2015 Door: Paul Kraaijer (De Surinaamse Krant)
Het kustdistrict Coronie is vooral bekend vanwege de kokos. Maar, toen waren daar plotseling in december 2012 de toenmalig districtscommissaris Harold Sijlbing met een plan voor het opzetten van een leguanenfokboerderij in het district en begin 2014 ene Robert Power die een plan had om aloë vera te gaan telen. Mooie plannen. Maar, dat zijn het - deels - gebleven, plannen. De leguanenfokboerderij is feitelijk nooit goed van de grond gekomen en uiteindelijk door geldgebrek een stille dood gestorven en het aloë vera-project lijkt in rook te zijn opgegaan. Een terugblik op twee met veel tamtam gepresenteerde projecten die in stilte ten onder zijn gegaan door slecht van tevoren uitgestippeld beleid en doorzettingsvermogen van de projectdragers.
Leguanen fokken voor consumptie en toeristen
Harold Sijlbing (ooit nog eens directeur geweest van de Stichting Natuurbehoud Suriname, StiNaSu) liet in december 2012 weten, dat de leiding van ’s Lands Bosbeheer (LBB) en de Afdeling Natuurbeheer (onderdelen van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer) zich sterk zouden gaan maken om wilde dieren in gevangenschap te fokken om te voorkomen dat ze ‘verdwijnen’. Een leguanenfokboerderij in Coronie was zijn eerste plan en met name bedoeld om toeristen te trekken. Het plan had echter weinig tot niets te maken met het in stand houden van de soort in het wild. Immers, gelet op het aantal groene leguanen dat jaarlijks wordt geëxporteerd, kan er van enige schaarste in het land nauwelijks sprake zijn.
– Uit de exportcijfers in de CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) export handelsdatabase blijkt dat tussen 1981 en 2011 maar liefst 503.201 groene leguanen werden geëxporteerd, op een totaal aantal uitgevoerde wildvangdieren van 850.700. In 1993 werden de meeste leguanen, 40.715, Suriname uitgevlogen en het minste aantal in 2004, 1.227. In 2012 werden nog 7.259 leguanen geëxporteerd - waarvan 6.150 naar de Verenigde Staten -, op een totaal aantal van 9.909 geëxporteerde dieren. Kennelijk is er geen schaarste aan dit reptiel in Suriname en is het zelfs de diersoort die het meest uit Suriname jaarlijks wordt uitgevoerd. –
Het hoofd van LBB, Hesdy Esajas legde tijdens een presentatie in het kokosdistrict uit waarom gekozen was voor Coronie. Hij beweerde, dat Coronianen dol zijn op leguanen, maar niet beseffen dat het ongebreideld eten van de eieren gaat leiden tot afname van deze reptielensoort. Verder zouden boeren de leguanen in het wild als een plaag ervaren, omdat zij hun groenten zouden opeten.
06-10-2015 Door: Paul Kraaijer (De Surinaamse Krant)
Het kustdistrict Coronie is vooral bekend vanwege de kokos. Maar, toen waren daar plotseling in december 2012 de toenmalig districtscommissaris Harold Sijlbing met een plan voor het opzetten van een leguanenfokboerderij in het district en begin 2014 ene Robert Power die een plan had om aloë vera te gaan telen. Mooie plannen. Maar, dat zijn het - deels - gebleven, plannen. De leguanenfokboerderij is feitelijk nooit goed van de grond gekomen en uiteindelijk door geldgebrek een stille dood gestorven en het aloë vera-project lijkt in rook te zijn opgegaan. Een terugblik op twee met veel tamtam gepresenteerde projecten die in stilte ten onder zijn gegaan door slecht van tevoren uitgestippeld beleid en doorzettingsvermogen van de projectdragers.
Leguanen fokken voor consumptie en toeristen
Harold Sijlbing (ooit nog eens directeur geweest van de Stichting Natuurbehoud Suriname, StiNaSu) liet in december 2012 weten, dat de leiding van ’s Lands Bosbeheer (LBB) en de Afdeling Natuurbeheer (onderdelen van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer) zich sterk zouden gaan maken om wilde dieren in gevangenschap te fokken om te voorkomen dat ze ‘verdwijnen’. Een leguanenfokboerderij in Coronie was zijn eerste plan en met name bedoeld om toeristen te trekken. Het plan had echter weinig tot niets te maken met het in stand houden van de soort in het wild. Immers, gelet op het aantal groene leguanen dat jaarlijks wordt geëxporteerd, kan er van enige schaarste in het land nauwelijks sprake zijn.
– Uit de exportcijfers in de CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) export handelsdatabase blijkt dat tussen 1981 en 2011 maar liefst 503.201 groene leguanen werden geëxporteerd, op een totaal aantal uitgevoerde wildvangdieren van 850.700. In 1993 werden de meeste leguanen, 40.715, Suriname uitgevlogen en het minste aantal in 2004, 1.227. In 2012 werden nog 7.259 leguanen geëxporteerd - waarvan 6.150 naar de Verenigde Staten -, op een totaal aantal van 9.909 geëxporteerde dieren. Kennelijk is er geen schaarste aan dit reptiel in Suriname en is het zelfs de diersoort die het meest uit Suriname jaarlijks wordt uitgevoerd. –
Het hoofd van LBB, Hesdy Esajas legde tijdens een presentatie in het kokosdistrict uit waarom gekozen was voor Coronie. Hij beweerde, dat Coronianen dol zijn op leguanen, maar niet beseffen dat het ongebreideld eten van de eieren gaat leiden tot afname van deze reptielensoort. Verder zouden boeren de leguanen in het wild als een plaag ervaren, omdat zij hun groenten zouden opeten.
‘Er zijn veel iguana farms in de wereld, vooral in Midden-Amerikaanse landen, waar een groot deel van het vlees wordt geëxporteerd naar de Verenigde Staten. In Nederland is er ook een grote markt onder de Surinamers en Antillianen. Naast de consumptie van het vlees kan de huid ook worden bewerkt tot leer voor diverse gebruiksartikelen. Zeer aantrekkelijk voor Coronie is de opzet van een boerderij voor toeristen, die ook de dieren kunnen voeren’, zei Sijlbing, die kennelijk de Wikipedia-encyclopedie op het internet even had ingezien.
Zo’n twee maanden later, op 8 februari 2013, werd bekend, dat de eerste ‘leguanenkwekerij’ (om een of andere reden spreekt met in Suriname van ‘kweken’ in plaats van ‘fokken’) dat jaar in Friendship, Coronie, een feit zou zijn. Ondernemer Cleo Gonsalves Jardin da Ponte was al ver gevorderd met de ‘infrastructurele voorzieningen’. Volgens hem heeft Coronie een schaarste aan leguanen, omdat het vlees van dit reptiel een delicatesse is in het district. Gonsalves Jardin da Ponte had plannen om de dieren in het district Saramacca te vangen voor zijn boerderij. Hij zei van plan te zijn in juni te willen starten met ruim 200 leguanen. De fokkerij zou een lengte hebben van 150 meter en een breedte van 40 meter en dichtbij de dijk van Coronie liggen, aantrekkelijk voor toeristen, aldus de leguanenboer.
Geldgebrek en ontbreken overheidssteun blokkeren voortgang leguanen-project
Maar, medio juni 2013 waren de eerste geluiden al te horen, dat de start van de fokkerij op zich liet wachten en dat dat werd veroorzaakt volgens Gonsalves Jardin da Ponte door ‘financiën en vegetatie’. De werkzaamheden zouden traag hebben verlopen door het ontbreken van een goed irrigatiesysteem. De geplante vegetatie zou veel zoet water nodig hebben. ‘Als wij straks in de grote droge tijd zijn, hebben wij een groot probleem, omdat alles zal afsterven’, zei de leguanenboer.
Zo’n twee maanden later, op 8 februari 2013, werd bekend, dat de eerste ‘leguanenkwekerij’ (om een of andere reden spreekt met in Suriname van ‘kweken’ in plaats van ‘fokken’) dat jaar in Friendship, Coronie, een feit zou zijn. Ondernemer Cleo Gonsalves Jardin da Ponte was al ver gevorderd met de ‘infrastructurele voorzieningen’. Volgens hem heeft Coronie een schaarste aan leguanen, omdat het vlees van dit reptiel een delicatesse is in het district. Gonsalves Jardin da Ponte had plannen om de dieren in het district Saramacca te vangen voor zijn boerderij. Hij zei van plan te zijn in juni te willen starten met ruim 200 leguanen. De fokkerij zou een lengte hebben van 150 meter en een breedte van 40 meter en dichtbij de dijk van Coronie liggen, aantrekkelijk voor toeristen, aldus de leguanenboer.
Geldgebrek en ontbreken overheidssteun blokkeren voortgang leguanen-project
Maar, medio juni 2013 waren de eerste geluiden al te horen, dat de start van de fokkerij op zich liet wachten en dat dat werd veroorzaakt volgens Gonsalves Jardin da Ponte door ‘financiën en vegetatie’. De werkzaamheden zouden traag hebben verlopen door het ontbreken van een goed irrigatiesysteem. De geplante vegetatie zou veel zoet water nodig hebben. ‘Als wij straks in de grote droge tijd zijn, hebben wij een groot probleem, omdat alles zal afsterven’, zei de leguanenboer.
Daarnaast liet hij weten een begrotingstekort te hebben van Srd 20.000 voor het aanbrengen van de omrastering rondom het gebied met een grootte van ongeveer 6.000 vierkante meter. Hij had nog ongeveer Srd 15.000 nodig om het project af te ronden.
Inmiddels is het oktober 2015 en het is stil geworden rond de leguanenfokboerderij. Stil, omdat het project definitief zou zijn stopgezet vanwege een tekort aan financiële middelen en steun vanuit de lokale en nationale autoriteiten.
Het districtscommissariaat van Coronie was niet bereid om op vragen over de leguanenboerderij te reageren en ook de beide Assembleeleden uit het district, Anton Paal (PALU) en Remie Tarnadi (NDP), doen er het zwijgen toe en reageren niet op vragen.
Bananen- en cassavedeskundige stort zich op aloë vera
Na het leguanenproject werd het district verblijd met de aankondiging van een aloë vera-project van Robert Power. De man had grootse plannen. Volgens deze bananendeskundige en honorair consul van Barbados zou Coronie bij uitstek het meest geschikte gebied van Suriname zijn voor de teelt van aloë vanwege het goede klimaat met de meeste zonuren en de goede bodem. Hij richtte daartoe Plant Cropping & Processing NV op en toog in januari 2014 naar het district om tijdens en presentatie de bewoners over zijn plan te informeren. Power wilde in maart 2014 starten met de voorbereidende werkzaamheden. Hij zou 1.8 miljoen Amerikaanse dollar uit het PetroCaribe-fonds ontvangen voor het project. Maar, begin oktober zei Power te verwachten 'ergens medio of in de derde week van september van start' te kunnen gaan.’ Het leek een eerste kink in de kabel. Of hij die dollars ooit heeft ontvangen is onduidelijk.
Eerst zouden jam en gezondheidsdranken gemaakt worden samen met diverse Surinaamse vruchten, en in een later stadium zou de aloë vera verwerkt worden tot cosmetische en medische producten. De eerste 40.000 plantjes in gedroogde toestand zouden van Curaçao naar Suriname verscheept worden. Aan de Pater de Kortstraat zou een demonstratie areaal aangelegd worden om de bevolking te laten zien hoe de aloë vera groeit. Tegelijk zouden geïnteresseerde landbouwers opgeleid worden om de aloë vera te telen volgens internationale standaarden. Op hetzelfde terrein zou vervolgens een moderne verwerkingsfabriek gebouwd worden.
Het klonk allemaal zo mooi, maar uiteindelijk ziet het ernaar uit, dat ook dit project in de zilte Coroniaanse kustaardbodem is verdwenen. In stilte. Maar, wellicht meer voor de hand liggend dan het doodbloeden van het leguanenboerderij-project.
Inmiddels is het oktober 2015 en het is stil geworden rond de leguanenfokboerderij. Stil, omdat het project definitief zou zijn stopgezet vanwege een tekort aan financiële middelen en steun vanuit de lokale en nationale autoriteiten.
Het districtscommissariaat van Coronie was niet bereid om op vragen over de leguanenboerderij te reageren en ook de beide Assembleeleden uit het district, Anton Paal (PALU) en Remie Tarnadi (NDP), doen er het zwijgen toe en reageren niet op vragen.
Bananen- en cassavedeskundige stort zich op aloë vera
Na het leguanenproject werd het district verblijd met de aankondiging van een aloë vera-project van Robert Power. De man had grootse plannen. Volgens deze bananendeskundige en honorair consul van Barbados zou Coronie bij uitstek het meest geschikte gebied van Suriname zijn voor de teelt van aloë vanwege het goede klimaat met de meeste zonuren en de goede bodem. Hij richtte daartoe Plant Cropping & Processing NV op en toog in januari 2014 naar het district om tijdens en presentatie de bewoners over zijn plan te informeren. Power wilde in maart 2014 starten met de voorbereidende werkzaamheden. Hij zou 1.8 miljoen Amerikaanse dollar uit het PetroCaribe-fonds ontvangen voor het project. Maar, begin oktober zei Power te verwachten 'ergens medio of in de derde week van september van start' te kunnen gaan.’ Het leek een eerste kink in de kabel. Of hij die dollars ooit heeft ontvangen is onduidelijk.
Eerst zouden jam en gezondheidsdranken gemaakt worden samen met diverse Surinaamse vruchten, en in een later stadium zou de aloë vera verwerkt worden tot cosmetische en medische producten. De eerste 40.000 plantjes in gedroogde toestand zouden van Curaçao naar Suriname verscheept worden. Aan de Pater de Kortstraat zou een demonstratie areaal aangelegd worden om de bevolking te laten zien hoe de aloë vera groeit. Tegelijk zouden geïnteresseerde landbouwers opgeleid worden om de aloë vera te telen volgens internationale standaarden. Op hetzelfde terrein zou vervolgens een moderne verwerkingsfabriek gebouwd worden.
Het klonk allemaal zo mooi, maar uiteindelijk ziet het ernaar uit, dat ook dit project in de zilte Coroniaanse kustaardbodem is verdwenen. In stilte. Maar, wellicht meer voor de hand liggend dan het doodbloeden van het leguanenboerderij-project.
Power laat cassavefabriek stranden
Immers, die Power was ook een van de oprichters – samen met de echtgenote van de oud-minister van Buitenlandse Zaken (Winston Lackin) Kamla Madho – van het op 5 april 2014 geopende Innovative Agro Processing Industries (IAP) NV in het district Para, een bedrijf dat cassave opkoopt, verwerkt tot cassavemeel en moet exporteren naar onder andere Barbados – natuurlijk Barbados vanwege zijn contacten op dat eiland. Bij IAP is ook al langere tijd nauwelijks welke activiteit dan ook waar te nemen en het is dan ook onderhevig aan de nodige kritieken vanuit onder andere het parlement en de cassavetelers in Para.
Immers, die Power was ook een van de oprichters – samen met de echtgenote van de oud-minister van Buitenlandse Zaken (Winston Lackin) Kamla Madho – van het op 5 april 2014 geopende Innovative Agro Processing Industries (IAP) NV in het district Para, een bedrijf dat cassave opkoopt, verwerkt tot cassavemeel en moet exporteren naar onder andere Barbados – natuurlijk Barbados vanwege zijn contacten op dat eiland. Bij IAP is ook al langere tijd nauwelijks welke activiteit dan ook waar te nemen en het is dan ook onderhevig aan de nodige kritieken vanuit onder andere het parlement en de cassavetelers in Para.
Het bedrijf werd overigens al in april 2013 voor Srd 1 is verkocht aan de Staat Suriname. Ruim een jaar later, begin mei 2014, werd bekend dat de regering sinds de overname al Srd 5.200.000 had overgemaakt naar de cassavefabriek in Para en dat in het eerste kwartaal 2014 een lening aan IAP NV werd verstrekt van 2.7 miljoen Srd voor onder andere opkoop en verwerking van cassave.
Onduidelijk is wat er met het geld is gebeurd. In september van dit jaar werd bekend, dat de cassavefabriek in Para drie jaar na de oprichting officieel overgedragen was aan het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij, LVV.
Minister Soeresh Algoe van LVV liet 29 september weten voorstander te zijn van onderzoek door de Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) bij de cassavefabriek. 'Controle is geen daad van vijandschap', aldus de bewindsman. Hij wilde niemand beschuldigen voor de achtergebleven ontwikkeling van het bedrijf, maar vermoed wordt dat de oprichters en leidinggevenden van de fabriek, Robert Power en Kamla Madho, zich mogelijk schuldig hebben gemaakt aan malversaties.Het wachten is of de CLAD werkelijk onderzoek gaat doen.
Power was niet bereikbaar voor een reactie op de gang van zaken rond zijn aloë vera-project in Coronie.
Onduidelijk is wat er met het geld is gebeurd. In september van dit jaar werd bekend, dat de cassavefabriek in Para drie jaar na de oprichting officieel overgedragen was aan het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij, LVV.
Minister Soeresh Algoe van LVV liet 29 september weten voorstander te zijn van onderzoek door de Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) bij de cassavefabriek. 'Controle is geen daad van vijandschap', aldus de bewindsman. Hij wilde niemand beschuldigen voor de achtergebleven ontwikkeling van het bedrijf, maar vermoed wordt dat de oprichters en leidinggevenden van de fabriek, Robert Power en Kamla Madho, zich mogelijk schuldig hebben gemaakt aan malversaties.Het wachten is of de CLAD werkelijk onderzoek gaat doen.
Power was niet bereikbaar voor een reactie op de gang van zaken rond zijn aloë vera-project in Coronie.